Bij de herinvoering van de basisbeurs in 2023 is besloten tot een financiële tegemoetkoming aan (oud-)studenten die in de periode 2015-2023 geen basisbeurs kregen. Het huidige kabinet vindt de destijds bepaalde tegemoetkoming te laag. Om die reden stelt de regering nu een aanvullende tegemoetkoming voor. De onderbouwing van het wetsvoorstel is voldoende. Dat schrijft ATR in een advies aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).
Context
De basisbeurs voor studenten werd vanaf het collegejaar 2015/2016 afgeschaft om vervolgens vanaf studiejaar 2023/2024 weer ingevoerd te worden. Bij de herinvoering van de basisbeurs werd besloten een tegemoetkoming toe te kennen aan studenten die studeerden in de periode 2015-2023. De huidige regering vindt het bedrag van de tegemoetkoming te laag. Een aanvullende tegemoetkoming verhoogt de vergoeding.
Onderbouwing van wetsvoorstel
Het uitkeren van de aanvullende tegemoetkoming vindt op de minst belastende manier plaats. Aan vrijwel de gehele doelgroep wordt de tegemoetkoming ambtshalve toegekend. Het wetsvoorstel is voor de studenten begrijpelijk en ook de regeldruk is voldoende in kaart gebracht.
De formele titel van het wetsvoorstel luidt Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de verstrekking van een aanvullende tegemoetkoming aan studenten die onder het studievoorschotstelsel hebben gestudeerd.