Aanpassingen Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004

Om startende ondernemers te behoeden voor financiële problemen, is het voornemen om gemeenten te verplichten om een extra controle in te bouwen op de levensvatbaarheid. Nut en noodzaak van deze verplichting zijn onderbouwd, maar de effecten voor ondernemers zijn nog onvoldoende in beeld gebracht. Dat schrijft ATR aan de staatssecretaris Participatie en Integratie.

ATR 3759 openbare loket

Aanpassing termijnen bijstand

Gemeenten hebben de mogelijkheid startende ondernemers voor de maximale termijn van 36 maanden financiële bijstand te verlenen, terwijl het bedrijf mogelijk financieel ongezond is. Het ministerie introduceert daarom een verplicht controlemoment dat gemeenten aanzet extra te controleren op de levensvatbaarheid van startende bedrijven. In de praktijk kan deze aanpassing ertoe leiden dat zelfstandige ondernemers aanvullende informatie moeten aanleveren. De toelichting bevat geen beeld van de omvang kosten hiervan. Een aanvulling van de regeldrukparagraaf is daarom nodig.

Participatiewet in balans

Aanvullend regelt dit voorstel dat sommige wijzigingen uit het wetstraject ‘Participatiewet in balans’ niet doorwerken in het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004. Reden hiervoor is dat de doelgroepen en de opzet van het Bbz anders zijn.

De formele titel van dit voorstel luidt Wijziging van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 in verband met het onderzoek naar de levensvatbaarheids- en vermogenstoets in dat besluit en vanwege de Participatiewet in balans.

ATR-advies Wijziging van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 in verband met het onderzoek naar de levensvatbaarheids- en vermogenstoets in dat besluit en vanwege de Participatiewet in balans