Implementatie EU-verordeningen synthetische koudemiddelen
Bij de implementatie van EU-verordeningen over synthetische koudemiddelen, wil het kabinet gebruik maken van nationale beleidsruimte. Het ministerie kiest ervoor om certificering te verplichten, ook daar waar dat niet 1-op-1 uit de EU-verordeningen volgt. Het is logischer om bedrijven zelf te laten kiezen op welke wijze zij willen aantonen dat zij voldoen aan de Europese eisen. Dat schrijft ATR in een advies aan de minister van Klimaat en Groene Groei.
Context
Fabrikanten gebruiken natuurlijke en synthetische koudemiddelen, waaronder gefluoreerde broeikasgassen, in koelinstallaties en warmtepompen. In het verleden gebruikte fabrikanten hier ook ozonlaagafbrekende stoffen (OAS) voor. Synthetische koudemiddelen zijn niet goed voor het klimaat. Het gebruik hiervan moet daarom omlaag. Dat is ook het doel van aangescherpte Europese verordeningen, waarvan de uitvoeringsbepalingen nu in Nederlandse wetgeving worden verwerkt.
Inzicht ontbreekt
Bedrijven en hun personeel moeten volgens de Europese verordeningen minimale kwalificaties hebben om te mogen werken met synthetische koudemiddelen zoals gefluoreerde gassen (F-gassen) en ozonlaagafbrekende stoffen (OAS). Het ministerie kiest in meerdere gevallen voor verplichte certificering in plaats van minder strenge eisen, zoals een opleidingsbewijs. Het ligt voor de hand dat bedrijven zelf de keuze krijgen om te kiezen voor certificering of een opleidingsbewijs, zolang de EU-verordeningen daar ruimte voor geven. Dit is mogelijk ook minder belastend.
De formele titel van het voorstel luidt Wijziging van het Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen en enkele andere besluiten in verband met de uitvoering van Verordening (EU) 2024/573 van het Europees Parlement en de Raad van 7 februari 2024 betreffende gefluoreerde broeikasgassen, tot wijziging van Richtlijn (EU) 2019/1937 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 517/2014 en Verordening (EU) 2024/590 van het Europees Parlement en de Raad van 7 februari 2024 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1005/2009.