Aanvraag subsidie bewustwording slavernijverleden kan simpeler

Het kabinet stelt subsidies beschikbaar voor maatschappelijke initiatieven die zich onder andere richten op bewustwording en kennis over het slavernijverleden. ATR heeft geen opmerkingen bij de noodzaak van de subsidieregelingen voor Europees Nederland en Caribisch Nederland, maar stelt wel vragen bij de wijze waarop de regeling is vormgegeven. Het college ziet kansen om de regelingen lastenluwer en minder ingewikkeld te maken. Dat schrijft ATR in zijn advies aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties.

Doelstellingen weinig concreet

De regeling stelt doelen die met de subsidie moeten worden bereikt. Het college is van oordeel dat de doelen onvoldoende duidelijk zijn beschreven. Op een later moment is dan niet vast te stellen of de doelen die de regeling beoogt, zijn bereikt.

Aanvraageisen

Verder moeten subsidieaanvragers diverse stukken aanleveren. Vooral waar het gaat om ‘kleine’ subsidies die mogelijk toegekend worden via loting kan dat wellicht minder. Datzelfde geldt voor aanvragen die het subsidieplafond overstijgen. Bij die kleinere subsidies is het wellicht mogelijk om een minder veeleisende aanvraag in te dienen en die eventueel aan te vullen na het bericht van inloting. Op die manier worden in ieder geval de uitgelote aanvragers ontzien van een aantal eisen.

Complexiteit verdeling en toekenning

Ook de verdeling van het beschikbare subsidiebedrag kan mogelijk simpeler. Voor subsidieaanvragers is de kans op succes moeilijk in te schatten. Onder meer omdat de toekenning van ‘kleinere’ subsidies gebeurt na loting en ‘grotere’ subsidies na een advies van de adviescommissie wanneer het subsidieplafond wordt overschreden. Terwijl bij één specifiek plafond de kleinere en grotere aanvragen uit een subsidie komen. De regeling maakt niet duidelijk hoe de rangschikking van aanvragen via loting en via advisering zich dan tot elkaar verhouden. ATR adviseert om dit nader toe te lichten.