Modernisering regelgeving scheepvaart kan met minder regeldruk
Het wijzigen van het Binnenvaartpolitiereglement en het Scheepvaart-reglement territoriale zee biedt kansen om de regeldruk te verminderen. Zo kan één digitaal loket voor ontheffingsaanvragen helpen om de lasten voor ondernemers te verminderen. Ook is verdergaande harmonisatie van bepalingen in de reglementen volgens ATR mogelijk. Geharmoniseerde regels dragen bij aan de werkbaarheid ervan voor de praktijk. Dit schrijft ATR in een advies aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat.
Digitaal loket voor ontheffingsaanvragen
Het voorstel regelt een aantal wijzigingen bij ontheffingen die scheepseigenaren kunnen aanvragen bij het bevoegd gezag. Een ontheffing is bijvoorbeeld mogelijk om te mogen afwijken van bepaalde eisen als een schip een duurzamere verbrandingsmotor gebruikt. Wanneer scheepseigenaren over meerdere binnenvaartwateren varen, kan dit betekenen dat zij vooraf meerdere ontheffings-aanvragen moeten indienen. Eén loket, waar één aanvraag volstaat voor deze ontheffingsaanvragen kan de regeldruk verminderen. ATR adviseert daarom het mogelijk te maken dat ontheffingsaanvragen geïntegreerd via één digitaal loket kunnen verlopen.
Harmoniseren bepalingen LNG-schepen
Het voorstel neemt bepalingen over schepen die varen op vloeibaar aardgas (LNG) op in het BPR. Daarmee gaan voor de binnenwateren dezelfde bepalingen gelden als op de Rijn, omdat deze bepalingen al in het Rijnvaartpolitiereglement staan. Niet alle bepalingen voor LNG-schepen uit het Rijnvaartpolitiereglement worden overgenomen. Milieuvoorschriften bij het bunkeren van LNG-schepen worden niet opgenomen in het BPR, omdat deze bepalingen al in lokale havenverordeningen staan. ATR constateert dat dit afwijkt van het doel van het voorstel (harmonisatie) en dat het voorstel deze keuze niet inhoudelijk onderbouwt. Het college adviseert alle bepalingen over LNG-schepen geharmoniseerd te regelen in het BRP. Regels worden daardoor beter begrepen en als beter werkbaar ervaren.
Geen kwantitatief beeld van de regeldrukeffecten
Het voorstel bevat geen kwantitatieve analyse van de regeldrukeffecten. Hierdoor is de impact van het voorstel onduidelijk. Voor onderbouwde besluitvorming over het voorstel is dit inzicht wel van belang. Het college adviseert daarom de regeldrukeffecten van de wijzigingen kwalitatief én kwantitatief te beschrijven, conform de Rijksbrede methodiek.
Het college adviseert het besluit in te dienen, nadat met de adviespunten is rekening gehouden.