Effect maatregel tegen onjuiste classificatie van vuurwerk onduidelijk
Het tegengaan van onjuiste classificatie van bepaald type zwaar vuurwerk als P1 (lichte categorie) vraagt om een duidelijkere probleemanalyse. Het huidige voorstel is onduidelijk over hoe een verbod en de vergunning- en kennisvereiste voor P1-artikelen gaat zorgen voor betere classificatie van vuurwerk. Dit schrijft ATR in een advies aan het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat.
Zwaar vuurwerk (categorie F3 en F4) wordt soms oneigenlijk geclassificeerd als relatief minder gevaarlijk (klasse P1). Deze categorie pyrotechnische artikelen zijn niet voor vermaak bedoeld, maar bijvoorbeeld voor trainingsdoeleinden. Bij onjuist gebruik van P1-artikelen kunnen veiligheidsrisico’s ontstaan. Het ministerie regelt met dit voorstel de implementatie van een Benelux-beschikking om oneigenlijke classificatie als P1 tegen te gaan. Verkoop, bezit en gebruik van bepaalde P1-artikelen zijn in de toekomst verboden, tenzij men beschikt over een vergunning of wanneer men kan bewijzen over benodigde kennis te beschikken.
Effectiviteit maatregel onduidelijk
Het ministerie maakt in het voorstel onvoldoende duidelijk hoe dit verbod de oneigenlijke classificatie zal tegengaan. De oorzaak van het probleem ligt bij het classificeren en niet het verkopen of gebruiken van het vuurwerk. Bovendien blijft onduidelijk hoe groot het probleem is en wat de oorzaken van de onjuiste classificatie zijn. ATR adviseert de onderbouwing daarom te verbeteren.
Ook als het voorstel tot doel heeft om het oneigenlijke gebruik van P1-artikelen voor vermaak tegen te gaan, is nadere onderbouwing van het voorstel noodzakelijk. Zo is niet duidelijk wat de aard en omvang is van deze problematiek en in hoeverre de maatregel dit probleem zal oplossen. Risico-gericht toezicht en handhaving lijkt daarvoor een passender maatregel.
Verbetering productclassificatie
Het voorstel gaat niet in op concrete maatregelen om het proces van classificatie van vuurwerk of andere pyrotechnische artikelen te verbeteren. Verbetering van dit proces kan mogelijk fouten in de classificatie tegengegaan en grijpt aan bij de kern van het probleem. Het college adviseert daarom de productspecificaties bij pyrotechnische artikelen te verbeteren. Deze maatregel grijpt aan bij de kern van het probleem en zorgt voor minder lasten voor bedrijven.
Onnodige indieningsvereisten
De regeling legt ook de indieningsvereisten vast voor de aanvraag een pyro-pass. De aanvrager moet bijvoorbeeld een afschrift van een registratie als vuurwerk-bewerker overleggen of van een specifieke vergunning. Dit zijn gegevens die al bij de overheid bekend zijn. Deze informatie-uitvraag zorgt daardoor voor onnodige regeldruk bij bedrijven. ATR adviseert de verplichte gegevens bij de aanvraag te beperken door hergebruik van gegevens die al bij de overheid bekend zijn.
Consultatie bedrijven
Het voorstel heeft gevolgen voor bedrijven die pyrotechnische artikelen verkopen of gebruiken. Het voorstel maakt niet duidelijk of deze partijen in de voorfase van deze regeling zijn betrokken. Daardoor is ook niet duidelijk of er aandachtspunten over de werkbaarheid zijn en hoe de regeling deze oplost. ATR adviseert de toelichting bij het voorstel op dit punt aan te vullen en te verduidelijken.
Het college adviseert de regeling niet vast te stellen.