Splitsen eerste schijf energiebelasting onnodig ingewikkeld
Het voornemen de eerste schijf in de energiebelasting op aardgas en elektriciteit op te knippen is onvoldoende onderbouwd. Bovendien wordt het belastingstelsel er nóg ingewikkelder door met onnodige regeldruk tot gevolg. Dat terwijl er een minder ingewikkeld alternatief voorhanden is. Dat schrijft ATR aan de staatssecretaris van Financiën.
Nut en noodzaak niet duidelijk
Met het opknippen van de eerste schijf van de energiebelasting wil het ministerie het mogelijk maken in de toekomst de belasting te verlagen op het verbruik tot 800 m³ gas en tot 2.900 kWh elektriciteit. ATR is van oordeel dat niet duidelijk wordt gemaakt wat het nut en de noodzaak is voor deze splitsing. Het ingewikkelde belastingstelsel wordt nog ingewikkelder gemaakt terwijl onzeker is of deze mogelijkheid gebruikt gaat worden en niet bekend is wat het effect zou zijn.
Onnodige lastendruk
Huishoudens zonder eigen gasaansluiting – bijvoorbeeld eigenaren van appartementen, gesplitste woningen, woningen die gebruik maken van een andere aansluiting op het net en huurders zonder een eigen gasaansluiting – moeten extra maatregelen treffen. Niet duidelijk wordt of zij, net als beheerders van een blokverwarming aansluiting ervoor moeten zorgen dat andere gebruikers van hun aansluiting lagere energiebelasting terugkrijgen. Beheerders van een blokaansluiting moeten een teruggaveverzoek doen aan de Belastingdienst. ATR vindt dit onnodig ingewikkeld en het zal leiden tot extra regeldruk.
Eenvoudiger alternatief
Een eenvoudiger, beter werkbaar en nauwelijks belastend alternatief is om de belasting voor de volledige eerste schijf te verlagen. Daar is ruimte voor aangezien Nederland naar verhouding een groter verschil maakt tussen de eerste schijven en de hogere schijven. Kleine verbruikers betalen meer, grote verbruikers betalen veel minder energiebelasting dan in onze buurlanden.
De formele titel van het wetsvoorstel luidt Nadere wetswijzigingen n.a.v. amendementen eerste schijven in wetsvoorstel Belastingplan 2024.