Vaststellen heffingsaanslag vervuild water wordt voor de meeste bedrijven makkelijker
Bij het vaststellen van de heffingsaanslag voor bedrijven die vervuild water lozen, wordt gebruik gemaakt van bedrijfscategorieën. De categorieën zijn echter verouderd. Het kabinet kiest er voor om de categorieën niet te updaten. In het verleden bleek dat de zgn. afvalwatercoëfficiënt voor 95% van de bedrijven gelijk is aan die van huishoudens. Het kabinet stelt hun coëfficiënt daarom ook in de toekomst gelijk aan die van huishoudens. Voor de resterende 5% moet de coëfficiënt opnieuw worden bepaald. Dit wordt gedaan (en betaald) door Rijkswaterstaat of waterschappen. Bedrijven krijgen alleen de verplichting om aan het onderzoek mee te werken. Dat schrijft ATR in zijn advies over de wijziging van het Besluit vervuilingswaarde ingenomen water 2009 aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat.
Heffingsaanslag hangt af van de afvalwatercoëfficiënt
Bij het vaststellen van de heffingsaanslag voor bedrijven die vervuild water lozen, wordt gebruik gemaakt van bedrijfscategorieën. De indeling van een bedrijf in zo’n categorie hangt af van de mate waarin het afvalwater van dat bedrijf is vervuild. Per categorie geldt een zgn. afvalwatercoëfficiënt die wordt gebruikt om de heffingsaanslag voor bedrijven vast te stellen.
Bedrijfscategorieën zijn verouderd
De bedrijfscategorieën zijn verouderd. Het kabinet kiest er voor om de categorieën niet te updaten. In het verleden bleek namelijk dat 95% van de bedrijven een afvalwatercoëfficiënt heeft die gelijk is aan die van huishoudens. Het kabinet stelt daarom hun coëfficiënt in het vervolg gelijk aan die van huishoudens. Op die manier heeft de modernisering van de berekeningswijze van de heffingsaanslag geen gevolgen voor deze bedrijven.
Nader onderzoek nodig voor 5% van de bedrijven
Voor de resterende 5% moet de coëfficiënt opnieuw worden bepaald. Het onderzoek dat daarvoor nodig is, worden door Rijkswaterstaat of waterschappen uitgevoerd en bekostigd. Bedrijven krijgen alleen de verplichting om aan het onderzoek mee te werken. Daarmee is gekozen voor een weinig belastende manier om het bepalen van de heffingsaanslag te moderniseren.
Werkbaarheid nog beoordelen en regeldrukeffecten beter in beeld brengen
ATR merkt in zijn advies nog wel op dat er geen MKB-toets is gedaan voor de 5% van de bedrijven waarvoor nader onderzoek nodig is. Hierdoor is niet duidelijk of de voorgenomen maatregel voor hen werkbaar is. Ook de regeldrukeffecten moeten beter in beeld worden gebracht.