Betere toelichting op risico’s van weglek naar alternatieve flexibele contractvormen noodzakelijk

Het kabinet neemt maatregelen om flexibel werken minder aantrekkelijk en minder goed mogelijk te maken. Er bestaat echter een risico dat de doelstelling niet wordt gehaald, omdat het voorstel onvoldoende aandacht geeft aan de mogelijkheid om het zogeheten jaarurencontract als alternatief te gebruiken. Dat schrijft Adviescollege toetsing regeldruk in een advies aan de minister van SZW over het Wetsvoorstel meer zekerheid flexwerkers. Het gevolg hiervan kan zijn dat de opbrengsten van de wet (meer zekerheid voor flexwerker over werk en inkomen) tegenvallen. Daardoor is niet duidelijk hoe die opbrengsten zich verhouden tot de € 19 miljoen aan regeldruk waar werkgevers en werknemers in het eerste jaar van de wet mee te maken krijgen.  

Inhoud

Het doel van het wetsvoorstel meer zekerheid flexwerkers is om aan flexwerkers meer zekerheid over werk en inkomen te geven. Daarom past het voorstel de wettelijke bepalingen over flexwerk, tijdelijk werk en uitzendwerk aan. Zo verbiedt het wetsvoorstel nuluren-contracten en min/max-contracten. Het doel is om het aandeel flexwerkers in de Nederlandse beroepsbevolking van 40% naar de onder de 30% terug te brengen.

Weglek naar andere flexibele contracten voorkomen

Ervaringen uit de afgelopen decennia hebben geleerd dat werkgevers (samen met werknemers) na wetswijzigingen toch telkens weer op zoek gaan naar alternatieve contractvormen om de flexibiliteit in de arbeidsinzet te behouden. Bij dit wetsvoorstel kan dat zijn met een weglek naar externe inhuur of het inschakelen van zzp-ers. Het wetsvoorstel beschrijft hoe dit risico beperkt wordt. Het risico van een mogelijke weglek naar het zogeheten jaarurencontract blijft in de toelichting onderbelicht. Dat is een contract waarin met de werknemer een aantal uren per jaar wordt afgesproken. Uitbreiding van dit aantal is tijdens de looptijd mogelijk. Om te voorkomen dat dit risico optreedt is volgens ATR inzicht in de beheersmaatregelen om deze weglek te voorkomen noodzakelijk. Dat inzicht ontbreekt. Het gevolg kan zijn dat de wet wel tot aanzienlijke extra regeldruk leidt, maar weinig zekerheid over werk en inkomen voor de flexwerker biedt. Het college adviseert de minister om de toelichting met een beschrijving van deze beheersmaatregelen aan te vullen.

Doenvermogen werknemer

Het wetsvoorstel is voor flexibele werknemers zonder hulp en ondersteuning maar moeilijk te begrijpen. De toelichting lijkt er desalniettemin op te wijzen dat er een grote groep werknemers is waarvoor hulp niet nodig is. Het zijn echter de werknemers met een vast contract, waarvoor deze wet niet relevant is. Dan spreekt voor zich dat de wet voor hen doenbaar is.