Uitbreiding basisregistratie nog onvoldoende onderbouwd
Het is nog niet duidelijk onderbouwd welk probleem wordt opgelost door de basisregistratie van geologische en bodemkundige gegevens over de ondergrond uit te breiden. Ook is niet duidelijk wat per saldo de gevolgen voor de regeldruk zijn door drinkwaterbedrijven in de toekomst aan te wijzen als bronhouder van die basisregistratie. Dat schrijft ATR aan de minister van BZK in reactie op de voorgestelde wijziging van de Wet basisregistratie ondergrond (Wet Bro).
Nut en noodzaak
Het idee van het voorstel is de publieke beschikbare informatie over de ondergrond uit te breiden. En de drinkwaterbedrijven (10 in aantal in Nederland) aan te wijzen als bronhouder voor die informatie. Zij bezitten verschillende informatie over grondwaterstanden en onderliggende grondwaterputten. Zowel publieke als private partijen hebben baat bij een ruim aanbod aan informatie. Met het voorstel zou bespaard kunnen worden op losse onderzoeken naar de bodemkwaliteit. Dit zou een voordeel op kunnen leveren voor bijvoorbeeld projectontwikkelaars.
Lastenvermindering blijft onduidelijk
Het voorstel beoogt een lastenvermindering voor burgers, bedrijven en overheden. Het voorstel maakt niet duidelijk wat de aard en omvang is van de lastenbesparing die kan optreden door de voorgestelde wijzigingen. Daarmee is het effect van het voorstel niet voldoende duidelijk toegelicht. Zo kan niet worden afgewogen of de extra lasten van het bijhouden van de extra gegevens opweegt tegen de voordelen. Het advies is om dit alsnog te onderzoeken en in kaart te brengen. Bovendien adviseert ATR de regeldrukparagraaf beter te onderbouwen.
Belang onduidelijk
Drinkwaterbedrijven gaan een aanzienlijke verplichting aan door de wijziging op te nemen in de Wet BRO. De kosten hiervan bedragen ruim 1,2 miljoen voor de drinkwaterbedrijven in de opstartfase en jaarlijkse structurele kosten van ruim
€ 300.000. Waarom drinkwaterbedrijven hiervoor hebben gekozen en welk belang zij hebben bij een uitbreiding van de basisregistratie blijft in het voorstel onduidelijk. Toelichting over de aard en de omvang van de problematiek ontbreekt. ATR adviseert in het voorstel nader toe te lichten waarvoor het voorstel een oplossing vormt.
Het college adviseert het besluit niet in te dienen, tenzij rekening is gehouden met de adviespunten.