Wijziging gebied wettelijk bewijsvermoeden vraagt betere toelichting
Voor melders van aardbevingsschade moet helder zijn of zij in een gebied wonen waar niet hoeft te worden aangetoond dat de schade komt door aardbevingen of opslag van gas. Bij aanpassing van dat gebied moet beter in kaart worden gebracht wat dat voor individuele melders betekent. Dit geldt met name voor gebouweigenaren waarvan de melding in 2021 is stopgezet. ATR adviseert de staatssecretaris Mijnbouw (EZK) om deze oude meldingen zonder nieuwe aanvraag weer in behandeling nemen.
Wettelijk bewijsvermoeden
ATR adviseert op basis van een voorstel waarin het ministerie een gebied aanwijst waar het wettelijk bewijsvermoeden geldt. Bewoners en ondernemers in dit gebied hoeven niet aan te tonen dat schade die zij hebben is veroorzaakt door bevingen of de opslag van gas. De afgelopen jaren is de omvang van dit gebied een paar keer vergroot en verkleind. Om de voorspelbaarheid en duidelijkheid te verzekeren legt dit voorstel daarom vast waar het vermoeden geldt.
Stopgezette meldingen
In 2021 is het gebied waar het wettelijk bewijsvermoeden geldt verkleind. Schademeldingen die in behandeling waren zijn stopgezet. Met deze wijziging vallen deze gebouwen weer in het gebied waar het wettelijk bewijsvermoeden geldt. Het college adviseert om deze oude meldingen zonder nieuwe aanvraag weer op te pakken, tenzij uit overleg met gebouweigenaren blijkt dat dit niet meer nodig is.
Regeldrukgevolgen niet in beeld
Behalve de kennisnamekosten zijn de gevolgen van het voorstel niet in beeld gebracht. Dit moet nog gebeuren.