Verbetering kwaliteit hoger onderwijs met minder regeldruk
Door structureel middelen ter beschikking te stellen voor kwaliteitsverbetering van het hoger onderwijs, neemt de lastendruk voor instellingen af. Het is goed dat het kabinet kiest voor aansluiting bij bestaande instrumenten. Dat schrijft ATR aan de minister van OCW in reactie op een voorgestelde aanpassing van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
Minder regeldruk
Met het voorstel stelt het kabinet vanaf 1 januari 2025 structureel financiële middelen ter beschikking aan het hoger onderwijs ter verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Dit gebeurt via de zogeheten lumpsum financiering. Met gebruik van dit bestaande instrument vervalt de noodzaak voor instellingen hun plannen voor het verkrijgen van de kwaliteitsbekostiging te laten toetsen door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO). Dit betekent dat de regeldruk voor de instellingen zal afnemen.
Aflopende kwaliteitsafspraken
Bij het afschaffen van de basisbeurs in 2014 is afgesproken de middelen die daardoor vrijkomen te investeren in de kwaliteit van het hoger onderwijs. Om dit mogelijk te maken, is in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) een aparte grondslag opgenomen om een bedrag aan de lumpsum toe te kunnen voegen dat specifiek is bedoeld voor kwaliteitsbevordering.
Bewezen professionaliteit
Per 1 januari 2025 lopen deze kwaliteitsafspraken af. Daarna worden de investeringen vanuit het studievoorschot structureel aan de instellingen toegekend via de lumpsumbekostiging. Op basis van “bewezen professionaliteit” is er het vertrouwen dat de onderwijsinstellingen zich ook na 2024 zullen inzetten voor het verbeteren van de kwaliteit van het hoger onderwijs.