Voorstel lokaal verbod tijdelijke verhuur vraagt betere onderbouwing
Dit voorstel wijzigt de Wet goed verhuurderschap. Het voorstel maakt het mogelijk om lokaal een verbod op tijdelijke verhuur in te stellen. Dit moet problemen ten aanzien van de leefbaarheid in sommige wijken en buurten wegnemen. Sinds 2016 zijn de mogelijkheden voor tijdelijke verhuur verruimd. Dat had moeten leiden tot een beter gebruik en de toename van de huurwoningvoorraad. Daarvoor is echter (nog) geen bewijs. ATR adviseert om eerst meer duidelijkheid hierover te krijgen, voordat nieuwe maatregelen worden overwogen.
Tijdelijke contracten
Tijdelijke huurcontracten – bijvoorbeeld voor de duur van 1 of 2 jaar – zijn sinds 2016 wettelijke toegestaan. De gedachte was dat tijdelijke contracten zouden leiden tot een betere benutting van de bestaande woningvoorraad, een betere doorstroming en een groter huurwoningaanbod. Het is tot nu toe nog niet vastgesteld dat deze doelen worden gehaald. Wel zijn er ongewenste nevenef-fecten (negatieve effecten op leefbaarheid, snellere stijging van huren, stress bij huurders).
Ongewenste stapeling
Om de leefbaarheidsproblemen aan te pakken regelt de voorgestelde wijziging van de Wet goed verhuurderschap dat gemeenteraden een verbod op tijdelijke verhuur in kwetsbare wijken kunnen instellen. Volgens ATR moet echter eerst onderbouwd worden of de generieke tijdelijke huurcontracten zelf effectief zijn. Deze onderbouwing moet er zijn voordat nieuwe maatregelen ten aanzien van deze huurcontracten worden genomen. Dit om verdere ongewenste stapeling van maatregelen in de huursector te voorkomen.
Extra onderbouwing
Het voorstel richt zich op één van de negatieve effecten: de leefbaarheid in kwetsbare wijken. Het college wijst erop dat gemeenten ook andere instru-menten hebben om de leefbaarheid in de wijken te bevorderen. Het vraagt daarom te onderbouwen waarom deze instrumenten aanvulling behoeven.
Onduidelijkheid voor verhuurders en huurders
Het lokale verbod voor tijdelijke verhuur kan ingesteld worden voor kwetsbare wijken. Wat een kwetsbare wijk is, wordt aan gemeenten overgelaten. Huur-ders en verhuurders kunnen dus te maken krijgen met verschillende lokale situaties. Dit kan leiden tot onduidelijkheid. Daar komt bij dat gemeenteraden nu al de mogelijkheid hebben om gebiedsgericht een vergunningplicht voor verhuurders in te stellen.
Het verbod en de vergunningplicht staan los van elkaar. Ook dit kan leiden tot verdere onduidelijkheid. Het voorstel geeft niet aan hoe de implementatie en de communicatie naar de doelgroepen georganiseerd gaat worden. En wat de rol van de Rijksoverheid hierbij is. Het college adviseert een en ander te ver-duidelijken.
Regeldruk
De regeldrukgevolgen van het voorstel liggen hoger dan het voorstel aangeeft, omdat een verbod tot tijdelijke verhuur in principe alle verhuurders kan raken. Alle verhuurders moeten dus kennisnemen van de mogelijkheid dat een ge-meente een verbod tot tijdelijke huur kan instellen voor hun huurwoningen.