Wijzigingsregeling beslagvrije voet

Bij burgers met schulden kan beslag worden gelegd op het inkomen. Zij hebben dan recht op een minimumbedrag om van te leven. Dit is de beslagvrije voet. De eerder al ingediende Verzamelwet SZW 2023 voert wijzigingen door waarmee het bestaansminimum van (meer) burgers beter wordt beschermd. Zo kunnen meer mensen aanspraak doen om een hogere beslagvrije voet als zij hoge woonlasten hebben. Het voorstel dat nu voorligt, bevat twee aanvullende wijzigingen. De eerste is dat de termijn voor de tijdelijk hogere beslagvrije voet wordt bepaald op 18 maanden. Dat was 6 maanden. Verder legt het voorstel de zogenaamd modelmededeling van de beslaglegger opnieuw vast, zodat deze aansluit bij de recente wijzigingen. Deze modelmededeling is bestemd voor de mensen die te maken hebben met een beslagvrije voet. Zij bevat de informatie die is gebruikt om de hoogte van de beslagvrije voet te bepalen.

ATR heeft de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen laten weten dat nut en noodzaak van de wijzigingen in dit voorstel toereikend zijn onderbouwd. Het college heeft nog wel vragen bij de manier waarop wordt gemonitord of de wijzigingen ook het beoogde doel verwezenlijken. Het college constateert verder dat niet duidelijk is hoe burgers worden geïnformeerd over de mogelijkheid om de beslagvrije voet tijdelijk op te hogen in het geval van hoge woonkosten. Ook adviseert het college dat de regeldrukgevolgen beter in beeld moeten worden gebracht.

Advies is het voorstel vast te stellen nadat met de adviespunten rekening is gehouden.