Wijziging Regeling ammoniak en veehouderij en Omgevingsregeling

Op 14 oktober 2022 is een voorstel tot wijziging van de Regeling ammoniak en veehouderij en de Omgevingsregeling voor toetsing aangeboden aan ATR. Het voorstel regelt enkele wijzigingen in de bijlagen bij de regelingen. In deze bijlagen zijn de emissiefactoren opgenomen voor stalsystemen en additionele technieken. Het doel van het voorstel is om de emissiefactoren van stalsystemen te baseren op recente wetenschappelijke inzichten en om nieuwe stalsystemen snel toe te kunnen passen in de praktijk. Het college constateert dat het voorstel nut en noodzaak van de regeling onderbouwt. ATR constateert verder dat de effecten-analyse bij het voorstel nog niet compleet is. Dit heeft gevolgen voor de afweging van mogelijk minder belastende alternatieven en voor de beoordeling van de werkbaarheid. 

De voorgestelde inwerkingtredingsdatum van het voorstel is 2 december 2022. Vergunningaanvragen voor bijvoorbeeld staluitbreidingen worden beoordeeld op basis van het recht dat van toepassing is op het moment van besluitvorming door een bevoegd gezag. Voor bedrijven kan dit betekenen dat een vergunningaanvraag op het moment van indienen wel voldeed aan de normen, maar op het moment van besluitvorming over de vergunningaanvraag niet meer. Het is dan mogelijk dat bedrijven een nieuwe vergunningaanvraag moeten indienen, met alle kosten van dien. Een ruime(re) invoeringstermijn of overgangsrecht kan dit gevolg voorkomen of beperken. Het college adviseert om in beeld te brengen bij hoeveel vergunningprocedures de wijzigingen effecten hebben en wat de omvang is van die effecten. Het adviseert op grond van deze informatie te besluiten of een latere inwerkingtredingsdatum of overgangsrecht van belang is om onnodige lasten te voorkomen.

De gewijzigde emissiefactoren kunnen van betekenis zijn voor zowel nieuwe of wijzigende (bedrijfs)situaties. Een bedrijf kan bij aanpassingen geconfronteerd worden met verplichtingen op grond van de Wet ammoniak en veehouderij en bijvoorbeeld ook met verplichtingen op grond van de Wet natuurbescherming. Het voorstel geeft aan dat niet kan worden ingeschat wat de gevolgen van de wijzigingen zullen zijn voor de toetsing die plaatsvindt op grond van de Wet natuurbescherming. Deze effecten zijn voor (agrarische) bedrijven en burgers wel van belang, ook voor de werkbaarheid en uitvoerbaarheid van de wijzigingen in de praktijk. Om deze reden adviseert het college te verduidelijken in welke mate de wijzigingen van invloed zijn op de naleving (en kosten) van andere wettelijke verplichtingen door agrarische bedrijven uit aangrenzende wetgeving.

Tot slot constateert ATR dat de regeldrukeffecten nog niet kwantitatief in beeld zijn. Het college adviseert de analyse uit te werken conform de Rijksbrede methodiek.

ATR adviseert de wijzigingsregeling niet vast te stellen, tenzij met de adviespunten is rekening gehouden.