Wijziging van de Woningwet

Volgens de Woningwet moeten woningcorporaties een inkomenstoets uitvoeren voordat zij een sociale huurwoning aan een woningzoekende mogen toewijzen. Op dit moment gebeurt deze toets op basis van een inkomensverklaring die een woningzoekende zelf bij de Belastingdienst moet opvragen. Deze moet de woningzoekende vervolgens uploaden in het systeem van de woningcorporatie. Dit proces is omslachtig voor zowel de woningzoekenden als de woningcorporaties. Bovendien is het gevoelig voor fouten en fraude.

In 2021 is een pilot uitgevoerd waarin is uitgeprobeerd om de gegevensstroom, die nodig is voor de inkomenstoets, te digitaliseren. Daarbij werden inkomensgegevens van woningzoekenden vanuit de Basisregistratie Inkomen van de Belastingdienst direct gedeeld met de deelnemende woningcorporaties. Om de identiteit van de woningzoekende hierbij betrouwbaar te kunnen vaststellen werd gebruik gemaakt van gegevens uit de Basisregistratie personen (BRP).

Zowel woningzoekenden als woningcorporaties waren positief over de pilot. Het proces van de digitale inkomenstoets verliep makkelijker, sneller en eerlijker. Alleen het gebruik van BRP-gegevens bleek tot problemen te leiden, omdat de gegevens die woningcorporaties in hun systemen hadden staan, niet altijd met de BRP-gegevens overeen bleken te komen. Het gebruik van het Burgerservicenummer (BSN) bij de digitale inkomenstoets verhelpt dit probleem. Om het BSN te kunnen gebruiken moet dit wel wettelijk geregeld worden. Het voorliggende wetsvoorstel regelt dit.

Het college van ATR heeft geen opmerkingen ten aanzien van de onderbouwing van het nut en de noodzaak van het wetsvoorstel. Ook heeft het college geen opmerkingen ten aanzien van mogelijk minder belastende alternatieven of de werkbaarheid. Het college adviseert wel om de regeldrukberekening van het wetsvoorstel op een aantal punten aan te vullen.