Wijziging Regeling geurhinder en veehouderij en Regeling ammoniak en veehouderij

Op 24 januari 2022 is een voorstel tot wijziging van de Regeling geurhinder en veehouderij en de Regeling ammoniak en veehouderij voor toetsing aangeboden aan ATR. Het voorstel regelt onder andere de vaststelling van enkele emissiefactoren van stalsystemen en past de beschrijving van enkele systemen aan.

Het doel van de wijzigingen is om de emissiefactoren te baseren op recente wetenschappelijke inzichten en om nieuwe stalsystemen zo snel mogelijk toe kunnen passen in de praktijk. Het college constateert dat het voorstel nut en noodzaak van de regeling kwalitatief onderbouwt.

ATR ziet enkele aandachtspunten met betrekking tot de werkbaarheid. Deze aandachtspunten hebben te maken met de rechtszekerheid voor ondernemers en burgers. Allereerst bepaalt het voorstel dat de nieuwe factoren direct van kracht worden. Dit betekent dat ook voorgenomen wijzigingen bij bedrijven na inwerkingtreding van de regeling worden beoordeeld aan de hand van de aangepaste emissiefactoren. Volgens het college is het vanuit het oogpunt van rechtszekerheid voor ondernemers van belang dat passend overgangsrecht of een invoeringstermijn wordt toepast.

De afgelopen jaren is de regelgeving over ammoniak en stikstof regelmatig gewijzigd. Ook hierdoor is rechtsonzekerheid ontstaan. Knelpunten bestaan daarbij ook omdat verplichtingen over emissiereductie zijn opgenomen in verschillende wetten, waaronder de Wet ammoniak en veehouderij en de Wet natuurbescherming. Ondernemers worden met de verschillende wettelijke verplichtingen geconfronteerd. De toelichting bij het voorstel maakt niet duidelijk hoe de bepalingen en wijzigingen in de Regeling ammoniak en veehouderij samenhangen met de verplichtingen uit de Wet natuurbescherming. Het college adviseert de samenhang van de bepalingen te verduidelijken in de toelichting.

Daarnaast volgt uit jurisprudentie dat bevoegde gezagen vergunningvoorschriften mogen wijzigen als gevolg van wijzigingen in de Regeling ammoniak en veehouderij. De toelichting bij het voorstel stelt echter dat bestaande (vergunde) situaties niet zullen wijzigen. Onduidelijk is hoe deze uitgangspunten zich tot elkaar verhouden. Voor ondernemers is rechtszekerheid van belang over de vraag of een reeds vergunde situatie kan blijven bestaan of dat het voorstel aanleiding kan zijn voor nieuwe of wijzigende vergunningvoorschriften. ATR adviseert bij het voorstel duidelijk te maken welke rechtszekerheid ondernemers en burgers kunnen ontlenen aan de emissiefactoren in de Regeling ammoniak en veehouderij.

Tot slot constateert ATR dat de regeldrukeffecten nog niet kwantitatief in beeld zijn. Daardoor bestaat geen goed beeld van de impact van het voorstel. Het college adviseert de analyse uit te werken conform de Rijksbrede methodiek.
Het college adviseert de wijzigingsregeling niet vast te stellen, tenzij met de adviespunten is rekening gehouden.