Wet tot wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek i.v.m. de invoering van het elektronisch vervoerbestand
Op 24 mei 2022 is het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de invoering van het elektronisch vervoerbestand aan ATR aangeboden voor toetsing en advies. Dit wetsvoorstel regelt het gebruik van elektronische vervoerbestanden bij het vervoer van goederen over zee. Dit is nodig omdat bij het internationale vervoer van goederen over zee steeds meer gebruik wordt gemaakt van dergelijke elektronische berstanden in plaats van papieren stukken. Het is belangrijk dat deze elektronische bestanden net zoveel betekenis en waarde hebben als de papieren stukken en dat alle betrokkenen hierop kunnen vertrouwen. Zo geven dergelijke stukken bijvoorbeeld aan aan wie de lading van een schip uiteindelijk moet worden overgedragen.
Nederland kent nog geen wettelijke regeling voor het gebruik van elektronische vervoerbestanden. Een verdrag dat dit gebruik regelt, de Rotterdam Rules, is nog niet in werking getreden, omdat nog onvoldoende landen het hebben onderschreven. Daarom wordt er nu een nieuwe regeling opgenomen in het Burgerlijk Wetboek.
ATR heeft geen opmerkingen ten aanzien van de onderbouwing van het nut en de noodzaak van het wetsvoorstel. ATR stelt vast dat het gebruik van elektronische vervoerbestanden minder belastend is voor de scheepvaartsector. Ten aanzien van de werkbaarheid constateert ATR dat een aantal ontwikkelingen ten aanzien van elektronische cognossementen heeft geleid tot het maken van nieuwe internationale regelgeving. Naast het Rotterdam Rules-verdrag noemt de toelichting bij het wetsvoorstel onder andere de Model Law on Electronic Transferable Records (MLETR) van de United Nations Commission on International Trade Law (UNCITRAL). In het wetsvoorstel is er voor gekozen om aan te sluiten bij de Rotterdam Rules. In de internetconsultatie is echter naar voren gebracht dat de MLETR een betere basis zou bieden voor de wettelijke regeling van elektronische vervoerbestanden. ATR adviseert in de toelichting inhoudelijk te onderbouwen waarom is gekozen voor Rotterdam Rules als basis en niet voor de MLETR. Verder adviseert ATR om in overleg met de sector te bezien welke verbeteringen en verduidelijkingen van het wetsvoorstel nodig zijn gelet op de werkbaarheid van het voorstel voor de sector in de praktijk. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om de integriteit van het elektronisch vervoerbestand en het vereiste niveau aan de elektronische handtekening. Tot slot adviseert ATR de regeldrukgevolgen te berekenen en deze in de toelichting bij het wetsvoorstel op te nemen.