Wijziging van enkele belastingwetten (Wet aanvullende fiscale koopkrachtmaatregelen 2022)
Het kabinet stelt voor om de btw op aardgas, stadsverwarming en elektriciteit tijdelijk te verlagen van 21% naar 9%. Bovendien stelt het kabinet voor om de accijns op benzine, diesel en LPG met 21% te verlagen. Beide verlagingen gelden van 1 april tot het einde van 2022. Daarna gelden weer de oude tarieven. De fiscale maatregelen zullen circa 2.4 miljard euro kosten. De btw-maatregel voor energie zal voor een huishouden met een gemiddeld verbruik leiden tot een verlaging van de energierekening met circa € 20,- per maand.
De accijnsverlaging is gericht op de brandstofrekening van automobilisten. Deze maatregelen zijn snel door te voeren, maar brengen forse regeldrukgevolgen met zich mee voor bedrijven die rekening moeten houden met verschillende btw-tarieven voor hetzelfde product in één fiscaal jaar. ATR constateert dat deze maatregelen niet lijken te zijn afgewogen tegen minder belastende en meer op de koopkrachtreparatie toegesneden maatregelen, zoals het verhogen van de energietoeslag en/of het verlagen van de energiebelasting. ATR adviseert om inzichtelijk te maken welke alternatieven zijn overwogen en waarom daar niet voor is gekozen.
De gevolgen voor de regeldruk zijn berekend op € 10 miljoen euro eenmalige regeldruk voor de tijdelijke aanpassing van de btw en € 2,5 miljoen voor de tijdelijke verlaging van de accijns op brandstof.
ATR adviseert om het voorstel in te dienen nadat met de adviespunten rekening is gehouden.