Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet financiering sociale verzekeringen en de Invorderingswet 1990 i.v.m. het afschaffen van de mogelijkheid om schuldig nalatig te verklaren bij het niet of niet geheel betalen van de premie voor de volksverzekeringen
Kwetsbare burgers kunnen (disproportioneel) in de knel raken door het huidige proces van schuldig nalatig verklaren. De uitvoering is bovendien ketenafhankelijk, complex en kwetsbaar. Dit voorstel schrapt daarom de wettelijke bepalingen inzake schuldige nalatigheid. Niet of niet geheel AOW-premie betalen zal voortaan niet meer leiden tot een korting op de AOW-uitkering. Het stelsel van de AOW zelf wijzigt niet. De plicht tot het betalen van premie blijft. De premie zal dus nog steeds worden gevorderd, net zoals dat bij overige belastingen en verschuldigde premies het geval is. Alleen de AOW-korting zoals die nu bestaat komt te vervallen. Na inwerkingtreding van het voorstel wordt, bij de circa 13.000 bestaande gevallen, de AOW-korting niet meer toegepast. Nieuwe SN-besluiten worden niet meer genomen.
ATR heeft de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen laten wet dat nut en noodzaak van het voorstel zijn, vanuit burgerperspectief en uitvoeringsperspectief, beschreven in de toelichting. Het voorstel kiest verder voor het minst belastende alternatief. Bij werkbaarheid is onduidelijk wat de status is van de schuld in het oude én het nieuwe proces. Daarnaast is onduidelijk of burgers aanvullende handelingen moeten verrichten in het nieuwe proces. De regeldrukparagraaf bevat tenslotte een rekenfout.
Het advies is om de wet in te dienen, nadat rekening is gehouden met de adviespunten.