Verzamelwijziging Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)

Op 8 april 2022 is een voorstel voor toetsing en advies aangeboden aan ATR. Het voorstel is een verzamelwijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving. Het voorstel regelt vier inhoudelijke wijzigingen. Het gaat daarbij om een verplichte periodieke beoordeling van de constructieve veiligheid van grote publieke gebouwen en aanscherping van de schileisen van tijdelijke woningen. Daarnaast regelt het voorstel een versoepeling van de eisen voor de brandklasse van binnendeuren en maakt het mogelijk om voortaan te werken met een gemiddelde isolatiewaarde bij uitwendige scheidingsconstructies (zoals gevels).

Het voorstel voor de periodieke keuring volgt op aanbevelingen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar aanleiding van het instorten van een deel van een tribune in het AZ-voetbalstadion. Doel van de periodieke keuring is het borgen van de constructieve veiligheid in de gebruiksfase van grote gebouwen. Het college merkt op dat een keuring mogelijk kan bijdragen aan het identificeren van gebreken en risico’s bij grote gebouwen. Bij ongelukken met grote gebouwen komt het voor dat de oorzaak van de gebreken ligt in de (ver)bouwfase. Een periodiek keuring kan in dat geval de gebreken in beeld brengen, maar mogelijk pas te laat. Om risico’s tijdig te beperken kan het passend(er) zijn om de gebreken in de (ver)bouwfase aan te pakken. Het voorstel bevat geen analyse van de gebreken bij grote publieke gebouwen, de oorzaken daarvan, en wanneer deze in de tijd zijn ontstaan. Voor de beoordeling van maatregelen is een dergelijke analyse volgen ATR wel van belang.
De specifieke eisen voor de periodieke keuring worden vastgelegd in lagere Rijksregelgeving (Omgevingsregeling). Bij het opstellen van deze specificaties geldt een risico-gerichte benadering. Daarvoor wordt op dit moment onderzoek verricht naar de risico’s van bepaalde constructie-onderdelen. Volgens het college kan dat onderzoek ook inzicht geven in de vraag of aanpassing van de regelgeving nodig is voor bepaalde constructie-onderdelen of toepassing daarvan in de (ver)bouwfase.

Het college constateert verder dat het voorstel niet duidelijk maakt wat de aard en omvang is van de knelpunten met betrekking tot de schileisen bij tijdelijke woningen, de brandklasse van binnendeuren en de isolatiewaarde van uitwendige scheidingsconstructies. Daardoor is nut en noodzaak van de voorgenomen wijzigen niet volledig duidelijk. ATR adviseert de onderbouwing bij deze wijzigingen te verduidelijken.

Tot slot constateert ATR dat de (regeldruk)effecten van het voorstel nog niet volledig kwantitatief in beeld zijn. Het college adviseert de analyse compleet te maken.
Het college adviseert het voorstel niet in te dienen, tenzij met de adviespunten is rekening gehouden.