Besluit experiment pensioenregeling zelfstandigen
Zelfstandigen maken beperkt gebruik van de mogelijkheden om te sparen voor het pensioen. Gevolg van het spaargedrag is dat zelfstandigen mogelijk te maken krijgen met een sterke terugval in inkomen wanneer zij met pensioen gaan. Naar aanleiding hiervan heeft het kabinet besloten om te verkennen of het breder mogelijk maken van deelname aan een pensioenregeling in de tweede pijler de pensioenopbouw onder zelfstandigen stimuleert. Zelfstandigen kunnen volgens het kabinet daarmee profiteren van het collectieve karakter van tweede pijler pensioenfondsen.
Artikel 150a van de Wet toekomst pensioenen creƫert de grondslag om een experimenteerbepaling op te nemen in de Pensioenwet waarmee het mogelijk wordt om van een aantal artikelen van de Pensioenwet af te wijken. Dit voorstel geeft invulling aan de mogelijkheid om tijdelijk af te wijken van een aantal artikelen in de Pensioenwet om pensioenregelingen in de tweede pijler open te kunnen stellen voor vrijwillige aansluiting door zelfstandigen.
ATR heeft de minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen laten weten dat de noodzaak tot handelen in algemene zin uitgebreid is beschreven in de toelichting. Het doelbereik van het voorstel roept echter fundamentele vragen op. Uit de toelichting blijkt niet voor welke problemen experimenten een oplossing zouden moeten bieden. Aanvullend is niet duidelijk aan de hand van welke concrete criteria wordt bepaald of de experimenten succesvol zijn. De toelichting geeft verder niet aan welke alternatieven zijn overwogen. Daarnaast is niet duidelijk of het voorstel werkbaar is voor sociale partners en werkgevers, pensioenuitvoerders en zelfstandigen. De regeldruk is tenslotte niet toereikend in kaart gebracht. Belangrijkste tekortkoming is dat de kwantificering van de regeldrukgevolgen volledig ontbreekt.
Advies is het voorstel niet in te dienen.