Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen

Op 24 juli 2020 is het Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen aan ATR voorgelegd voor advies. Metalen drankverpakkingen (blikjes) in zwerfafval leiden tot verontreiniging van de leefomgeving. De Tweede Kamer heeft zich recent middels meerdere moties uitgesproken over de route voor de aanpak van vermindering van blikjes in zwerfafval. Deze moties verzoeken om een vergelijkbaar traject voor blikjes in gang te zetten als recent voor kleine plastic flesjes, inclusief het voorbereiden van wettelijke maatregelen voor de introductie van statiegeld per 2022. Bij de aanpak van metalen drankverpakkingen in zwerfafval wordt een vergelijkbaar traject ingezet als bij kleine plastic flessen: eerdergenoemde moties stellen voor blikproducenten als doel een reductie van 70 tot 90% minder blikjes in het zwerfafval, als ook 90% recycling van blikjes te realiseren in het najaar 2021. Als in het najaar van 2021 blijkt dat deze doelen niet worden gehaald, wordt in 2022 statiegeld ook op blikjes ingevoerd middels dit besluit.

Het college constateert dat nut en noodzaak van de wijzigingen zijn onderbouwd. Verder constateert ATR dat in het voorstel aandacht bestaat voor een lastenluwe uitwerking.

Bij de aanpak van plastic flesjes in zwerfafval is besloten om statiegeld per 1 juli 2021 in te laten gaan. De gescheiden inzamelnorm per kalenderjaar voor plastic flesjes gaat in op 1 januari 2022. Dit betekent dat producenten deze norm aan het einde van 2022 moeten hebben gehaald. Zij hebben daar dus meer dan een jaar voor na invoering van de statiegeldverplichting. Het college merkt op dat een dergelijke periode niet lijkt te gaan gelden voor metalen drankverpakkingen. Bij deze verpakkingen is volgens de toelichting bij het besluit het voornemen om zowel de statiegeldverplichting als de gescheiden inzamelnorm tegelijk in werking te laten treden, namelijk per 1 juli 2022. De vraag rijst waarom voor metalen verpakkingen een periode van één kalenderjaar niet nodig wordt geacht. Het college adviseert om producenten na invoering van de statiegeldverplichting voldoende voorbereidingstijd te geven voor het behalen van de 90% norm voor het gescheiden inzamelen van metalen verpakkingen. Aanvullend adviseert ATR in de toelichting te benoemen welke partijen op welke wijze betrokken zijn bij de voorbereiding van het voorstel en daarbij specifiek in te gaan op betrokkenheid en gevolgen voor het MKB.

Het voorstel vermeldt dat tot slot dat de structurele nalevingskosten voor metalen drankverpakkingen liggen tussen de €17 en €40 miljoen. Het college heeft geen opmerkingen bij de regeldrukberekening.