Nota van wijziging wetsvoorstel toezicht gelijke kansen bij werving en selectie

Op 11 december 2020 is het Wetsvoorstel toezicht gelijke kansen bij werving en selectie bij de Tweede Kamer ingediend. Het wetsvoorstel bevat de verplichting voor bedrijven om een werkwijze te hebben om discriminatie in de wervings- en selectieprocedure te voorkomen en deze schriftelijk vast te leggen. De conceptnota van wijziging voegt aan het wetsvoorstel twee verplichtingen voor intermediairs (bemiddelaars en uitzendbureaus) toe: een verplichte procedure voor de behandeling van discriminerende verzoeken van opdrachtgevers en een meldplicht van dergelijke verzoeken bij de Nederlandse Arbeidsinspectie.

ATR heeft de minister van SZW laten weten dat positief is dat actief wordt gekeken naar maatregelen om een discriminatievrije arbeidsmarkt te realiseren, omdat er zich in dit opzicht op de arbeidsmarkt nog steeds problemen voordoen. Nut, noodzaak en proportionaliteit van de maatregelen van de nota van wijziging, acht het college echter onvoldoende aangetoond. Er is onvoldoende empirisch onderzoek en bewijs voorhanden waaruit blijkt dat door het opstellen van een werkwijze, procedure en een meldplicht de discriminatie in de wervings-, selectie-, bemiddelings- en inhuurprocedure zal afnemen. Evenmin is duidelijk wat concreet de meerwaarde van de maatregelen van de nota van wijziging is ten opzichte van die al in het wetsvoorstel zijn opgenomen (die beoogden de discriminatie toch al te voorkomen?). Een keuze voor het alternatief om in de wet uitsluitend vast te leggen de taak voor de Nederlandse Arbeidsinspectie om de naleving door bedrijven, waaronder ook de intermediairs, van de (non-discriminatie) norm te handhaven voorkomt de extra kosten van het opstellen en hebben van een werkwijze (totaal ruim € 30 mln. en die van de thans voorgestelde aanvullende maatregelen (procedure en meldplicht, die geraamd worden op eenmalig € 0,5 mln. en jaarlijks ruim € 13.000,- aan extra kosten. Er is verder niet alleen op doelbereik, maar ook op werkbaarheid voor met name kleine bedrijven een pilot of praktijkproef van de procedure noodzakelijk. Tenslotte is aanvulling van de regeldrukparagraaf met de effecten van de nota van wijziging voor de niet intermediaire bedrijven noodzakelijk.