Wijziging Wet continuïteit ondernemingen I met het oog op de beperking van het toepassingsbereik ter bevordering van een gecontroleerde afwikkeling van faillissementen van ondernemingen met activiteiten van maatschappelijk belang

Een faillissement is een ontwrichtende gebeurtenis voor een onderneming en alle betrokkenen. Voor een zorgvuldige afwikkeling van een faillissement is het soms nodig om een faillissement in relatieve rust te kunnen voorbereiden, zodat de schade voor de betrokken schuldeisers, werknemers en afnemers zo veel mogelijk kan worden beperkt. In de praktijk is daarom de zogenaamde pre-pack-methode of stille voorbereidingsfase ontwikkeld. Hierbij wijst een rechtbank op verzoek van een schuldenaar al vóór het faillissement een curator aan. Deze kan de zorgvuldige afwikkeling van het faillissement voorbereiden. De curator kan hierbij kijken naar de mogelijkheden voor een doorstart van de onderneming of van rendabele onderdelen hiervan. Deze methode is in een wetsvoorstel vastgelegd: de ‘Wet continuïteit ondernemingen I’ (WCO I). Dit wetsvoorstel ligt momenteel ter behandeling voor in de Eerste Kamer. De behandeling is echter vertraagd. De pre-pack methode of stille voorbereidingsfase wordt daardoor nauwelijks meer toegepast.

Inmiddels hebben zich in de praktijk een aantal faillissementen voorgedaan, waarbij de inzet van deze methode zeer wenselijk zou zijn geweest. Het gaat bijvoorbeeld om het faillissement van de ziekenhuizen MC Slotervaart en MC IJsselmeerziekenhuizen. Bij deze faillissementen zijn volgens de Onderzoeksraad voor Veiligheid door de gebrekkige voorbereiding van het faillissement risico’s voor de patiëntveiligheid ontstaan.

Het door ATR getoetste wetsvoorstel is bedoeld om wijzigingen aan te brengen in het wetsvoorstel WCO I, dat nu bij de Eerste Kamer in behandeling is. Het wil deze wet zo beperken dat een stille voorbereidingsfase alleen mogelijk is voor ondernemingen die activiteiten verrichten met een maatschappelijk belang, zoals ziekenhuizen en onderwijsinstellingen. Het voorstel kiest ervoor om niet aan te geven welke ondernemingen gezien worden als ondernemingen met een maatschappelijk belang. Het wetsvoorstel gebruikt een zogenaamde open norm. Daarnaast bepaalt het wetsvoorstel dat de stille voorbereidingsfase alleen maar kan worden ingezet met het doel om een zorgvuldige en gecontroleerde afwikkeling van het faillissement te bevorderen.