Regeling betrouwbaarheidsniveaus Wet Digitale Overheid
Op 8 juli 2020 is de voorgenomen Regeling betrouwbaarheidsniveaus Wet Digitale Overheid (WDO) voor toetsing en advies aangeboden aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR). De regeling bepaalt de uitgangspunten voor het niveau van authenticatie bij toegang tot overheidsdienstverlening.
De regeling vult de kaders van de Wet digitale overheid nader in. Het doel van de regeling is het bevorderen van een veilige en betrouwbare digitale overheidsdienstverlening. Het college constateert dat nut en noodzaak van het voorstel zijn onderbouwd in de toelichting bij de regeling.
Om onnodige lasten te voorkomen als gevolg van authenticatie adviseert ATR in de regeling duidelijk te maken bij wel type diensten geen authenticatie nodig is. De regeling bepaalt dat tot 2 jaar na inwerkingtreding van de regelgeving bij diensten een lager niveau van authenticatie is toegestaan, mits aan enkele voorwaarden is voldaan. Volgens het college kan de praktijkervaring met deze situatie uitwijzen of een lager niveau van authenticatie structureel mogelijk is. Dit kan toekomstige lasten als gevolg van een hoger voorgeschreven authenticatieniveau voorkomen. Om deze reden adviseert ATR in de komende jaren te monitoren wat de praktijkervaringen zijn met de lagere authenticatieniveaus dan op basis van de regeling is voorgeschreven. Op basis daarvan is besluitvorming mogelijk over het aanscherpen van het normenkader aan de hand waarvan het niveau van authenticatie wordt bepaald.
Het college ziet daarnaast kansen om de werkbaarheid van het voorstel verder te verbeteren. Zo adviseert ATR om voor uniforme overheidsdiensten het authenticatieniveau uniform vast te leggen. Dit voorkomt dat voor gelijke overheidsdiensten bij verschillende dienstaanbieders (bijvoorbeeld gemeenten) verschillende niveaus van authenticatie worden toegepast.
Tot slot constateert het college dat een kwantitatieve analyse van de regeldrukeffecten ontbreekt in de toelichting. Hierdoor is het niet mogelijk de proportionaliteit van de lasten te beoordelen. ATR adviseert om de regeldrukeffecten alsnog in beeld te brengen, conform de Rijksbrede methodiek.
ATR adviseert de regeling niet vast te stellen, tenzij met de adviespunten rekening is gehouden.