Aanvullende zienswijze: Regeling Jaarverantwoording Wmg
ATR heeft de mogelijkheid om over nieuwe regelgeving, nadat al eerder een advies is uitgebracht, ook nog een aanvullende zienswijze uit te brengen. ATR kan dit doen als na het advies de nieuwe regeling zodanig is aangepast, dat er substantiële gevolgen (positief of negatief) voor de regeldruk optreden. ATR heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt bij de Regeling Jaarverantwoording Wmg. Daarin is geregeld welke gegevens (en op welke wijze) zorgaanbieders jaarlijks openbaar moeten maken. Het gaat om gegevens over de financiën (bijvoorbeeld de balans en de verlies- en winstrekening) en de bedrijfsvoering (bijvoorbeeld de aanwezigheid van een cliëntenraad en het aantal medewerkers).
ATR stelt in de aanvullende zienswijze vast dat de aangepaste versie van de regeling een groot aantal eerdere adviespunten van ATR adresseert. Deze punten betreffen nut en noodzaak van de te verantwoorden gegevens, een minder belastende werkwijze en de werkbaarheid. Daarmee is de onderbouwing van de regeling volgens ATR verbeterd. De omvang van de gegevensset zou nog wel kunnen worden beperkt door de uitvraag over de aantallen stagiairs en vacatures achterwege te laten. Verder blijft het de vraag of de doelstelling wel zal worden gehaald dat burgers de jaarverantwoording zullen gebruiken om zorgaanbieders op hun verantwoordelijkheid aan te spreken. Het is de vraag of de informatie uit die verantwoording voor burgers goed te begrijpen is. Ten slotte merkt ATR op dat inzicht ontbreekt in welke gevolgen de regeling heeft voor welke groep ondernemers. Op dit punt behoeft de toelichting een aanvulling.
In de brief aan de minister vraagt ATR om in de toelichting bij de regeling op te nemen welke opvolging de afzonderlijke adviespunten van ATR krijgen.