Regeling verslaglegging verpakkingen
Op 2 juli 2021 is door IenW de Regeling verslaglegging verpakkingen voor toetsing en advies aangeboden aan ATR. Aanleiding voor het voorstel is de implementatie van de EU-verpakkingenrichtlijn en van de onderliggende beschikking. De regeling brengt de Nederlandse verslagleggingseisen over verpakkingen en recycling in lijn met de Europese bepalingen. De informatie is van belang in het kader van toezicht en handhaving en om transparant te maken of Nederland doelstellingen realiseert met betrekking tot recycling van verpakkingsmaterialen.
Het college constateert dat het voorstel nut en noodzaak onderbouwt. Recent constateerde MKB-Nederland dat in een aantal situaties sprake is van dubbele gegevensuitvraag over verpakkingen en recycling door enerzijds het Afvalfonds en anderzijds het CBS. Het college adviseert deze dubbele gegevensuitvraag (en daarmee onnodige regeldruk) te voorkomen en in samenspraak met de partijen de informatie-uitvraag te optimaliseren.
Als ondergrens voor de rapportageverplichtingen geldt een omvang van 50.000 kilogram verpakkingen. Bedrijven die onder deze grens vallen zijn niet verplicht zich aan te sluiten bij het Afvalfonds. In de praktijk blijkt dat bedrijven onder deze grens ook een administratie moeten bijhouden om te kunnen aantonen dat zij onder de grens vallen. Ook kan het voorkomen dat het Afvalfonds aanvullende gegevens uitvraagt om zicht te hebben op de inhoud van de productstromen. Hierdoor ontstaan extra ervaren lasten voor ‘onderdrempelige bedrijven’. Dit is niet in lijn met het beleidsdoel van de ondergrens van 50.000 kilogram om onnodige regeldruk te voorkomen. ATR adviseert in overleg met het Afvalfonds en het bedrijfsleven te kiezen voor een lastenluwe en werkbare werkwijze voor bedrijven die minder dan 50.000 kilogram verpakkingen op de markt brengen.
Tot slot constateert het college dat de analyse van de regeldrukeffecten niet duidelijk maakt hoe de extra regeldruklasten (500.000 euro) zijn opgebouwd en in welke mate deze terecht komen bij het bedrijfsleven. Het college adviseert de toelichting op dit punt aan te vullen.
ATR adviseert de regeling niet vast te stellen, tenzij met de adviespunten rekening is gehouden.