Regeling Jaarverantwoording Wmg

De regeling bepaalt welke gegevens zorgaanbieders bij de jaarverantwoording openbaar moeten maken en de wijze waarop dat moet gebeuren. De jaarverantwoording bestaat uit de financiële verantwoording en een toelichting daarop, de bij de financiële verantwoording te voegen informatie, waaronder een accountantsverklaring en andere informatie betreffende de bedrijfsvoering van de zorgaanbieder. Voor de financiële verantwoording sluit de regeling aan bij de verplichtingen uit hoofde van het Burgerlijk Wetboek (balans en verlies en winstrekening voor in beginsel alle bedrijven, echter voor eenmanszaken balans en staat van baten en lasten).

De regeling sluit aan bij het BW om extra regeldruk voor de zorgaanbieders te voorkomen. De omvang van de financiële verantwoordingsplicht is mede afhankelijk van de grootte van het bedrijf. Er is een onderscheid tussen grote en kleine zorgaanbieders. Een grote zorgaanbieder voldoet aan twee van de drie criteria: meer dan € 12 mln. aan omzet, meer dan € 6 mln. aan activa en meer dan 50 werknemers. Grote aanbieders moeten meer financiële informatie verantwoorden. Voor alle zorgaanbieders die onder de verantwoordingsplicht vallen is een accountantsverklaring vereist. Beschikken zij over een interne toezichthouder dan is ook nog een verslag van deze toezichthouder vereist. Voor grote zorgaanbieders is ook een bestuursverslag vereist. Zoals hiervoor vermeld vallen uiteindelijk 25.000 zorgaanbieders onder de nieuwe verantwoordingsplicht: 18.935 kleine zorgaanbieders, 1.517 middelgrote zorgaanbieders en 296 grote zorgaanbieders.

ATR laat de minister voor Medische Zorg weten dat nut en noodzaak van openbaarmaking van de gegevens over de bedrijfsvoering niet toereikend zijn onderbouwd. ATR adviseert de minister om de onderbouwing aan te vullen. Ook adviseert ATR op de openbaarmaking van deze gegevens over de bedrijfsvoering op werkbaarheid te toetsen. De openbaarmaking zou ook burgers in staat moeten stellen om zorgaanbieders op rechtmatigheid, integriteit en professionaliteit aan te spreken. De toelichting onderbouwt niet of burgers daartoe in staat zijn, omdat het om redelijke complexe informatie gaat.