Wet kwaliteitsregistraties zorg
De overheid heeft tot taak zorg te dragen voor goede zorg in Nederland. Om dit te kunnen doen moet er een eenduidige registratie van de kwaliteit van zorg zijn. Kwaliteitsregistraties vervullen deze rol in Nederland. Inmiddels zijn er 63 landelijk actieve kwaliteitsregistraties. De verwachting is dat er nog 10 bij zullen komen. Er zijn knelpunten in het functioneren van deze kwaliteitsregistraties.
Het eerste knelpunt is dat de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) geen wettelijke grondslag biedt voor de verwerking van (gezondheids)gegevens door kwaliteitsregistraties en de door hen aangestelde gegevensverwerkers. Een tweede knelpunt is de enorme groei van het aantal kwaliteitsregistraties. Hierdoor nemen de registratielasten en kosten van zorgaanbieders en zorgverleners sterk toe. Dat komt ook omdat de gegevens voor de kwaliteitsregistraties niet één op één aan de registratie uit de primaire processen zijn te ontlenen. In de regel is er eerst nog een tijdrovende handmatige bewerking en controle noodzakelijk. Bovendien is niet van alle kwaliteitsregistraties nut en noodzaak duidelijk, ook vanwege de overlap tussen sommige kwaliteitsregistraties. Dit alles veroorzaakt onnodige extra administratieve lasten en hoge beheerskosten.
Het wetsvoorstel heeft tot doel voor de beide knelpunten een oplossing te bieden. Het bevat een toereikende wettelijke grondslag voor de gegevensuitwisseling en een onafhankelijke toetsing (door Zorginstituut Nederland) van de kwaliteitsregistratie op nut, noodzaak en proportionaliteit van de registratie.
ATR heeft de minister voor Medische Zorg in een advies laten weten dat nut en noodzaak van het wegnemen van de knelpunten toereikend zijn gemotiveerd. Een leveringsplicht van de gegevens aan de kwaliteitsregistraties zonder toestemming van de cliënt is het minst belastende alternatief om het eerste knelpunt op te lossen. De verplichte toetsing van de kwaliteitsregistratie op nut, noodzaak en proportionaliteit kunnen volgens ATR zorgen voor minder administratieve lasten. Enkel deze toetsing is niet voldoende om de registratielasten substantieel te verminderen. Er moet ook een duidelijke norm komen waarmee de registratielasten en beheerskosten moeten dalen. Ook moeten de resultaten worden gemonitord. Tenslotte moet de wet vastleggen dat de registratielasten van de kwaliteitsregistraties in de primaire processen worden georganiseerd (de processen die gericht zijn op het verlenen van zorg aan de patiënt). Dat maakt handmatige bewerkingen en controle in het vervolg overbodig. ATR constateert dat de toelichting ernstig tekortschiet in de onderbouwing van haalbaarheid en werkbaarheid van het wetsvoorstel. Het vermeldt daar niets over. Er is zicht nodig op de invoeringstermijn en de haalbaarheid ervan, de werkbaarheid van de noodzakelijke aanpassingen in ict, administraties, logistiek en communicatiemiddelen van de zorgaanbieders. Ook is er zicht nodig op de toereikendheid van de menskracht en budgetten van de zorgaanbieders. De werkbaarheid zou bovendien een onderdeel van de toetsing door Zorginstituut Nederland moeten zijn. Daarom heeft ATR de minister geadviseerd het wetsvoorstel niet in te dienen, tenzij aan de adviespunten uitvoering wordt gegeven.