Wijziging Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater

Op 18 mei 2021 is een voorstel voor toetsing en advies aangeboden aan ATR. Het voorstel is een wijziging van de Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater. Het voorstel regelt de aanwijzing van zorgwoningcomplexen als prioritaire locatie in de legionellaregelgeving. Hierdoor worden deze locaties verplicht om preventiemaatregelen te treffen tegen legionella. Deze verplichting gold vooralsnog niet voor locaties waar geen sprake is van 24uurs-zorg, maar bijvoorbeeld wel intensieve begeleiding en periodieke zorg wordt verleend. De bewoners van deze locaties lopen een gerede kans op besmetting met legionellabacteriƫn, om deze reden zijn preventiemaatregelen van belang.

Het college constateert dat het voorstel nut en noodzaak kwalitatief beschrijft, maar
dat een gerichte (kwantitatieve) onderbouwing van de situatie ontbreekt. Hierdoor is niet duidelijk hoe het aantal legionella-besmettingen zich heeft ontwikkeld in zorgwoningcomplexen. Ook is niet duidelijk welk deel van de zorgwoningcomplexen op dit moment al op vrijwillige basis de preventiemaatregelen treft. Doordat deze informatie ontbreekt, kan volgens ATR de mate van doelbereik van het voorstel niet worden vastgesteld.

De betrokken deskundigen en stakeholders verschillen over de ondergrens die in de regeling wordt vastgesteld. Het RIVM adviseert om de complexen als prioritair aan te merken als een meerderheid (> 50%) van de bewoners in de hogere risicogroep valt voor wat betreft legionellabesmetting. De brancheorganisaties vanuit de zorg adviseren te kiezen voor een ondergrens van 40% van de bewoners. Het voorstel legt de grens van 40% vast in de regeling. Deze keuze wordt niet nader toegelicht of kwantitatief onderbouwd in de toelichting bij het voorstel. Hierdoor is niet duidelijk wat de (meer)kosten zijn van deze strengere ondergrens en in welke mate dit bijdraagt aan het (extra) voorkomen van legionellabesmettingen.

De toelichting maakt niet duidelijk of de nieuwe bepalingen voor de uitvoeringspraktijk werkbaar en uitvoerbaar zijn. In het verleden bleek legionella-regelgeving de nodige knelpunten in de praktijk te kennen. Om deze reden is het volgens ATR belangrijk om expliciet toe te lichten of de nieuwe preventie-verplichtingen werkbaar en uitvoerbaar zijn voor de zorgwoningcomplexen.

Tot slot constateert het college dat de regeldrukeffecten van het voorstel nog niet zijn uitgewerkt conform de Rijksbrede methodiek. Het college adviseert deze analyse op te nemen in de toelichting bij het voorstel.

ATR adviseert de regeling niet vast te stellen. Dit is geen inhoudelijk oordeel over de noodzaak, wenselijkheid of proportionaliteit van de wijzigingen. Het oordeel geeft aan dat de onderbouwing van de wijzigingen volgens ATR op dit moment onvoldoende is en aanvulling behoeft voordat de besluitvorming op adequate en onderbouwde wijze kan plaatsvinden.