Wet differentiatie overdrachtsbelasting
Starters op de woningmarkt krijgen vanaf 2021 een eenmalige vrijstelling van overdrachtsbelasting. Die vrijstelling geldt voor kopers van woningen tussen 18 en 35 jaar als zij die deze woning als hoofdverblijf gaan gebruiken. Andere woningkopers – niet zijnde starters –, blijven recht hebben op de toepassing van het verlaagde tarief van 2%, als zij de woning als hoofdverblijf gaan gebruiken. Doorstromers op de woningmarkt kunnen zo gebruik blijven maken van het verlaagde tarief van 2%.
Alle overige woningkopers worden belast tegen het algemene tarief. Dat tarief wordt per 2021 verhoogd van 6% naar 8%. Voor kopers die de woning niet als hun hoofdverblijf gaan gebruiken zal niet langer een ‘verklaring hoofdverblijf’ in de koopakte hoeven worden opgenomen. Hierdoor vermindert de regeldruk. Om vast te stellen dat starters niet eerder een woning hebben gekocht, moeten zij een schriftelijke verklaring opstellen en aan de notaris overhandigen. Hij zendt die verklaring naar de Belastingdienst. Dat verhoogt de regeldruk. Per saldo nemen de gevolgen voor de regeldruk toe met € 484.000,- per jaar voor bedrijven en € 51.750,- voor burgers.
De vrijstelling geldt echter niet voor starters ouder dan 35 jaar. Voor die beperking, en voor het onderscheid op grond van de leeftijd van de starters, wordt geen objectief criterium gegeven. Dat onderscheid veroorzaakt regeldruk en het maakt woningtransacties complexer als één van de twee kopers jonger is dan 35 jaar. ATR constateert daarbij dat oudere starters slechts een kleine groep vormen. Zonder een goede motivatie voor dit onderscheid acht ATR de gevolgen voor de regeldruk niet proportioneel. ATR adviseert het leeftijdscriterium te heroverwegen.