Wet Nationaal Groeifonds
Dit voorstel verandert de wettelijke basis van het Nationaal Groeifonds van een niet-departementale begroting naar een volwaardig begrotingsfonds middels instelling van een wet. De directe aanleiding hiervoor is dat de Raad van State en de Algemene Rekenkamer kritiek hadden op het gebruik van een niet-departementale begroting voor het Nationaal Groeifonds. Een volwaardig fonds biedt meer waarborgen voor een goede parlementaire controle van de uitgaven uit het fonds.
ATR heeft de Minister van Economische Zaken en Klimaat ten aanzien van nut en noodzaak laten weten dat de toelichting slechts summier ingaat op de doelstellingen van het fonds en de beoogde evaluatie ervan. Bovendien moet de evaluatieparagraaf nog worden aangevuld met de vermelding van het feit dat na twee jaar een tussentijdse evaluatie zal plaatsvinden. Verder bevat de toelichting voornemens om de werkbaarheid te versterken voor partijen die een beroep willen doen op het fonds. De toelichting geeft echter niet aan hoe die voornemens vorm worden gegeven. De regeldruk is daarnaast niet toereikend in kaart gebracht. Tenslotte verzoekt het college nadrukkelijk om de lagere regelgeving tijdig voor advies aan ATR voor te leggen. Het college adviseert om het voorstel niet in te dienen tenzij rekening is gehouden met de adviespunten.
Het dictum betreft niet de inhoudelijke noodzaak om te investeren in het verdienvermogen van de Nederlandse economie. Het dictum brengt tot uitdrukking dat de kwaliteit van de onderbouwing van het voorliggende voorstel verbetering behoeft.