Wijziging Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) i.v.m. het duurzaam gebruik van daken
Op 6 januari 2021 heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de “wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) i.v.m. het duurzaam gebruik van daken” voorgelegd voor toetsing. De wijziging maakt het mogelijk om eigenaren van gebouwen (nieuw en bestaand) met industriefuncties (bijv. distributiecentra) en overige gebruiksfuncties (geen bewoningen, zoals garages) te verplichten om hun daken duurzaam te maken. De voorgestelde mogelijkheden vormen maatwerk in de zin dat ze enkel betrekking hebben op de daken van de betreffende bouwwerken. Dit lokale maatwerk moet ervoor zorgen dat een verplichting alleen geldt voor locaties en daken waar het mogelijk en rendabel is. Gemeenten moeten in de regelgeving gemotiveerd invulling hieraan geven. Wanneer een dak voorzien wordt van zonnepanelen of een groen dak, zijn ook andere onderdelen van de bouwregelgeving van belang. Zo moet de constructie het extra gewicht van de panelen of de vegetatie aankunnen. Om de inbreuk op het eigendomsrecht te rechtvaardigen moeten de gemeenten aantonen dat maatwerkregels noodzakelijk en proportioneel zijn.
ATR constateert dat in het kader van nut en noodzaak dat de toelichting voldoende aantoont dat distributiecentra en opslagloodsen goede mogelijkheden bieden tot duurzame energieopwekking. Daarbij is aangetoond dat lokaal maatwerk nodig is om te bepalen wanneer bepaalde daken wel of niet geschikt zijn. Wat betreft minder belastende alternatieven constateert het ATR dat niet duidelijk is gemaakt of deze zijn overwogen. Zo is het bijvoorbeeld niet duidelijk in hoeverre een verbetering van bestaande subsidie-instrumenten een mogelijk alternatief kan zijn. Het college adviseert om dit inzicht te geven in welke alternatieven zijn overwogen en waarom niet voor die alternatieven is gekozen. Ten aanzien van de werkbaarheid constateert het college dat het niet duidelijk is wanneer het proportioneel is om een gebouweigenaar te verplichten tot verduurzaming van het dak. Dit kan ertoe leiden dat gemeenten bedrijven opzadelen met verplichtingen tot investeringen die pas op lange termijn zijn terug te verdienen. ATR adviseert om te operationaliseren wanneer een gemeentelijke verplichting tot het nemen van duurzame maatregelen aan het dak proportioneel is. Tot slot constateert ATR dat de regeldrukgevolgen in het voorstel niet in kaart zijn gebracht waardoor het niet mogelijk is om te kunnen beoordelen of het voorstel proportioneel en werkbaar is. Het college stelt dat het voorstel in potentie tot veel regeldruk kan leiden. Het adviseert om al in het kader van het voorliggende besluit de regeldrukgevolgen te beschrijven en bij de berekening zo nodig uit te gaan van bandbreedtes.