Wet dubbele achternaam
Dit wetsvoorstel bevat een regeling die het mogelijk maakt dat ouders hun kinderen een dubbele achternaam geven. Dit komt tegemoet aan een toenemende vraag vanuit de politiek en de samenleving naar meer keuzevrijheid in het naamrecht. Met een dubbele achternaam kan de verbondenheid met beide ouders tot uitdrukking worden gebracht. Daarnaast kan de dubbele naam een oplossing bieden voor problemen die mensen met meerdere nationaliteiten in hun werk- en privé-omgeving ondervinden.
Deze nieuwe mogelijkheid is niet verplicht. Als ouders geen keuze maken is de bestaande vangnetnorm van toepassing. De nieuwe keuzemogelijkheid geldt alleen voor het eerste kind. De wet zal gaan gelden voor kinderen die op of na inwerkingtreding van deze wet worden geboren.
De dubbele geslachtsnaam kan uit ten hoogste twee namen bestaan. Ouders die zelf een dubbele geslachtsnaam hebben, kunnen kiezen welke naam zij willen doorgeven en in welke volgorde. Al bestaande dubbele of meervoudige achternamen, die een eenheid zijn geworden (bijv. Korthals Altes), worden behandeld als enkelvoudige namen en kunnen in zijn geheel worden doorgegeven. De ambtenaar van de burgerlijke stand kan in de Basisregistratie Persoonsgegevens (BRP) terugzoeken of deze naam op het moment van inwerkingtreding van de wet al bestond. Als de BRP deze gegevens niet bevat, kan de ambtenaar van de burgerlijke stand de ouders vragen, bijvoorbeeld met een geboorteakte van henzelf, aan te tonen dat het een van oudsher bestaande dubbele naam betreft.
De nieuwe keuzemogelijkheid geldt ook bij erkenning, vaststelling vaderschap, ontkenning vaderschap en toekenning gezamenlijk gezag. Bij adoptie kan gekozen worden voor (een deel van) de oorspronkelijke naam van het kind, maar ook dan bestaat de achternaam uit twee namen.
De nieuwe keuzemogelijkheid geldt ook voor het geval kinderen naast de Nederlandse nationaliteit één of meer andere nationaliteiten hebben. De mogelijkheid tot een dubbele naam leidt ertoe dat zij in meerdere landen onder dezelfde naam geregistreerd kunnen staan en biedt een oplossing voor de nu bestaande omslachtiger en aan kosten verbonden procedure tot naamswijziging.
ATR vindt nut en noodzaak van het wetsvoorstel voldoende onderbouwd. ATR stelt vast dat er geen minder belastende alternatieven aan de orde zijn, maar geeft de minister voor Rechtsbescherming in overweging om het voor ouders mogelijk te maken de naamkeuze (als optie naast het bezoek aan de burgerlijke stand) digitaal te regelen. ATR heeft geen adviespunten met betrekking tot de werkbaarheid van het voorstel, maar stelt wel vast dat het voor ouders, die een bestaande dubbele of meervoudige achternaam willen doorgeven en zelf moeten aantonen dat het om een bestaande naam gaat, wellicht niet altijd goed mogelijk zal zijn dit te doen.
De gevolgen voor de regeldruk zijn in het voorstel alleen kwalitatief in beeld gebracht en worden gering geacht. Hoewel ATR onderkent dat het niet goed mogelijk is om een precieze berekening te maken van de regeldrukgevolgen acht ATR het wel wenselijk dat met het oog op de besluitvorming een inschatting van de orde van grootte van de doelgroepen wordt gemaakt. ATR adviseert dat alsnog te doen.