Wijziging Wet financiering sociale verzekeringen: invoering premiedifferentie Aof naar grootte werkgever
Op 5 februari 2020 is aan ATR voor advies voorgelegd het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv). In het wetsvoorstel is een gedifferentieerde premie voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds geregeld. De differentiatie heeft als doel kleine werkgevers tegemoet te komen voor de loonkosten die zij hebben als hun werknemers ziek worden. Deze premie is gedifferentieerd naar grootte van de werkgever. Er is een lagere premie voor kleine werkgevers (die 1%-punt lager is dan de huidige premie). En een hogere premie voor middelgrote en grote werkgevers. Voor deze categorie werkgevers is de premie 0.1%-punt hoger dan de huidige premie. Deze verhoging met 0,1%-punt is nodig, omdat grote werkgevers € 250 mln. gaan bijdragen aan de financiële dekking van de premiekorting voor kleine werkgevers. Kleine werkgevers zijn werkgevers met een loonsom tot en met circa € 830.000,-. Middelgrote en grote werkgevers zijn werkgevers met een loonsom vanaf circa € 830.000,-. De voorgestelde wijze van premiedifferentie is gelijk aan de wijze waarop dat nu al voor de premie voor de Werkhervattingskas (voor het ZW en WGA-risico) gebeurt.
ATR laat de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid weten dat nut en noodzaak van de maatregel toereikend is beschreven. Het gekozen middel is bij uitstek geschikt om kleine werkgevers financieel tegemoet te komen. De maatregel is werkbaar, omdat die – qua werkwijze – gelijk is aan die van de premie voor de werkhervattingskas. De regeldrukparagraaf gaat in alle effecten van de maatregel. Omdat er geen adviespunten zijn adviseert ATR de minister om de wet in te dienen en de bijbehorende besluiten vast te stellen.