Wijziging Mijnbouwbesluit (het verwijderen of hergebruiken van mijnbouwwerken)

In de Mijnbouwwet is onder meer het nieuwe wettelijke systeem omtrent verwijdering en hergebruik van mijnbouwwerken uitgewerkt. Voorliggend besluit werkt het nieuwe systeem verder uit.

Het doel van het systeem van verwijdering en hergebruik is tweeledig. In de eerste plaats is het doel om mijnbouwwerken die voor de energietransitie gebruikt kunnen worden te behouden. In de tweede plaats is het doel zeker te stellen dat mijnbouwwerken die niet gebruikt kunnen worden voor de energietransitie binnen een redelijke termijn verwijderd worden.

Mijnbouwwerken kunnen namelijk in de weg staan/liggen voor bijvoorbeeld vrachtverkeer op zee, zandwinning, visserij of de telecomindustrie. De afweging welk belang voorrang krijgt ligt bij de minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Het systeem bestaat uit zes verplichtingen: (1) een meldplicht voor vergunninghouders van een mijnbouwwerk dat buiten werking is, (2) een verplichting het mijnbouwwerk te verwijderen, (3) een verplichting om een verwijderingsplan voor instemming aan de minister te overleggen, (4) een mogelijkheid om aan de minister een tijdelijke ontheffing van de verplichting tot overleggen van een verwijderingsplan te vragen (ontheffingsaanvraag), (5) een verplichting om het mijnbouwwerk overeenkomstig het verwijderingsplan te verwijderen, en (6) een verplichting om een rapport over de verwijdering te overleggen.

Deze verplichtingen zijn in de wet verankerd. Voorliggend besluit stelt nadere regels voor vergunninghouders aan de eerste, de derde en de vierde verplichting ten behoeve van de uitvoering van de wet.

In zijn advies geeft het college aan dat nut en noodzaak van de maatregelen zijn onderbouwd. Het voorstel kiest echter niet voor het minst belastende alternatief. Bovendien is niet in alle gevallen duidelijk of de verplichtingen uit het voorstel in de dagelijkse praktijk werkbaar zijn. Tenslotte moet de regeldruk beter in beeld worden gebracht. Het advies is het voorstel niet vast te stellen tenzij met de adviespunten rekening wordt gehouden.