Wijziging Regeling Bouwbesluit 2012

Op 21 oktober 2020 is de voorgenomen wijziging van de Regeling Bouwbesluit 2012 voor toetsing en advies aangeboden aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR).
Het voorstel regelt dat ruim twintig geactualiseerde normen worden aangewezen in de bouwregelgeving. Hierdoor kan bij de toepassing van de normen definitief gebruik worden gemaakt van de laatste versie. De aangewezen normen hebben betrekking op onder andere brandveiligheid en constructieveiligheid bij bouwwerken en bouwactiviteiten.

ATR constateert dat de toelichting bij het voorstel geen uitwerking bevat van de inhoudelijke wijzigingen die volgen uit de aangewezen normen. Hierdoor ontbreekt ook een inhoudelijke onderbouwing van nut en noodzaak van het voorstel.
Het Bouwbesluit biedt de mogelijkheid om een beroep te doen op een gelijkwaardige oplossing om te voldoen aan de bepalingen uit de aansturingsartikelen. Door deze mogelijkheid is er volgens het ministerie geen sprake van dwingende verwijzing naar aangewezen normen. De vraag is echter of de gelijkwaardigheid goed kan worden vastgesteld zonder de inhoud van de normen te kennen. Indien die kennis wel is vereist, zal de uitvoeringspraktijk de normen wel als dwingend ervaren. Het college stelt dat het kunnen inzien van normdocumenten in die situatie praktisch noodzakelijk kan zijn om te kunnen aantonen dat bij een nieuwe toepassing sprake is van gelijkwaardigheid. Het niet kosteloos beschikbaar zijn van normdocumenten vormt ook in die situaties een belemmering. Om deze reden adviseert ATR om aangewezen nationale normdocumenten in het Bouwbesluit 2012 die van belang zijn om een gelijkwaardige oplossing te kunnen aantonen, kosteloos toegankelijk te maken.

Een groot deel van de bouwregelgeving gaat op in de Omgevingswet. In de Omgevingswet en de lagere regelgeving daarbij zijn normverwijzingen opgenomen uit verschillende domeinen (o.a. uit de bouwregelgeving en milieuregelgeving). De verwijzingssystematiek naar externe normen verschilt tussen de domeinen, met als gevolg dat ministeries ook een andere invulling lijken te geven aan het begrip ‘dwingend verwijzen’. Uitkomst is dat bepaalde aangewezen normen in het omgevingsrecht wel kosteloos toegankelijk worden gemaakt voor de praktijk en andere niet. Dit draagt niet bij aan de werkbaarheid van de regelgeving. Om deze reden adviseert ATR voor het omgevingsrecht uniforme uitgangspunten en een eenduidige definitie te hanteren voor het ‘dwingend verwijzen’ naar externe normen en de (kosteloze) beschikbaarheid van aangewezen normen.

Tot slot constateert het college dat de regeldrukeffecten nog niet volledig zijn uitgewerkt in de toelichting. ATR adviseert om de regeldrukparagraaf compleet te maken, conform de Rijksbrede methodiek.

ATR adviseert de regeling niet vast te stellen, tenzij met de adviespunten rekening is gehouden