Wijziging Wegenverkeerswet 1994 in verband met aanpassing termijnen omwisselen buitenlandse rijbewijzen
Op 18 mei 2020 is de voorgenomen wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 voor toetsing en advies aangeboden aan ATR. Het voorstel regelt dat Nederlandse houders van een buitenlands rijbewijs die dit willen of moeten omwisselen voor een Nederlands rijbewijs langer de tijd krijgen voor deze aanvraag. Het voorstel regelt de verlenging van termijnen omdat de omwisseling van een rijbewijs in verband met de corona-crisis langer kan duren. Een langere omwisseltermijn voorkomt knelpunten voor Nederlandse houders van een buitenland rijbewijs.
ATR constateert dat het voorstel nut en noodzaak van de wijzigingen onderbouwt. Eén van de voorwaarden om tijdelijk (langer) met een buitenlands rijbewijs te mogen rijden is dat de geldigheid van het buitenlands rijbewijs niet mag zijn verlopen. Het voorstel besteedt geen aandacht aan de knelpunten die kunnen ontstaan voor rijbewijshouders waarvoor de geldigheid van het rijbewijs wel verloopt en die in afwachting zijn van een Nederlands rijbewijs. Om deze reden adviseert ATR deze knelpunten te adresseren en tijdelijke maatregelen om deze knelpunten op te lossen te overwegen. Volgens het college kunnen onder andere een tijdelijke coulance-regeling of een tijdelijke administratieve verlenging worden overwogen als maatregel.
Het voorstel heeft geen structurele gevolgen voor de regeldruk. De toelichting bij het voorstel motiveert dat slechts beperkt eenmalige regeldruklasten (kennisnamekosten) aan de orde kunnen zijn voor rijbewijshouders.
Het college adviseert het voorstel in te dienen, nadat met de adviespunten rekening is gehouden.