Wetsvoorstel opkoopbescherming en verruiming mogelijkheden tijdelijke verhuur
Op 23 november 2020 is dit voorstel aangeboden aan ATR voor advies. Dit wetsvoorstel regelt de mogelijkheid voor gemeenten om een opkoopbescherming in te voeren. De opkoopbescherming houdt in dat goedkope en middeldure koopwoningen alleen met een vergunning mogen verhuurd. Het doel is om gemeenten de mogelijkheid te bieden om deze woningen beschikbaar te houden als koopwoningen in buurten met schaarste aan dit soort woningen. Het begrip goedkoop en middelduur verschilt per gemeente. Daarom moeten gemeenten zelf op basis van hun lokale situatie onderbouwen tot welke WOZ-waarde in hun gemeente koopwoningen in het goedkope en middeldure segment vallen. Er komen enkele uitzonderingsgronden waarmee gemeenten toch een vergunning voor verhuur kunnen verlenen ondanks een ingevoerde opkoopbescherming. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de koop van een woning om aan familie te verhuren. Daarnaast verruimt het voorstel de mogelijkheden voor tijdelijke huurcontracten. Deze maatregelen hebben als doel om excessen op de woningmarkt aan te pakken en de betaalbaarheid en beschikbaarheid van woningen voor onder andere starters en mensen met een middeninkomen te verbeteren.
Het college constateert dat de opkoopbescherming wordt ingevoerd voor een periode van drie jaar. Met de tijdelijkheid van de maatregel in combinatie met het rendement in de vastgoedmarkt met stijgende huizenprijzen bestaat het risico dat woningen toch opgekocht worden om vervolgens voor de duur van de maatregel aan de woningvoorraad te worden onttrokken totdat de opkoopbscherming na drie jaar vervalt. Dit kan de effectiviteit van de maatregel aantasten. Het voorstel gaat hier niet op in. De toelichting vermeldt verder dat in gebieden waar de opkoopbescherming wordt ingevoerd, minder woningen zullen worden gekocht om te verhuren. Het risico bestaat daarmee dat de opkoopbescherming de huidige schaarste aan huurwoningen verergert, met ook een verdere stijging van de huurprijzen tot gevolg. De beschikbaarheid en betaalbaarheid van koopwoningen gaat dan ten koste van de beschikbaarheid van betaalbare huurwoningen. ATR adviseert daarom om in de toelichting nader in te gaan op de effectiviteit van de opkoopbescherming. Daarbij adviseert het college om specifiek in te gaan op de gevolgen van de tijdelijkheid van de maatregel voor de effectiviteit en op eventuele (neven)effecten.
De huidige mogelijkheden tot tijdelijke huurovereenkomsten werden met de Wet doorstroming huurmarkt 2015 geïntroduceerd. Tijdelijke contracten kunnen met deze wetswijziging voor een langere termijn worden afgesproken of (eenmalig) wordne verlengd. De Wet doorstroming huurmarkt 2015 zal voor 1 juli 2021 worden geëvalueerd. Deze evaluatie moet duidelijk maken of deze wet de beoogde doelstellingen behaalt en of er geen sprake is van ongewenste neveneffecten. Het college vindt het voorbarig om nu al verdere verruiming van tijdelijke huurcontracten in te voeren, vlak voor de huidige mogelijkheden voor tijdelijke verhuur worden geëvalueerd.
Om deze redenen en adviespunten is het eindoordeel ten aanzien van de consultatieversie om het wetsvoorstel niet in te dienen.