Wijziging Wegenverkeerswet 1994 i.v.m. de modernisering van het erkenningenstelsel, het verbeteren van de handhaafbaarheid en enkele andere wijzigingen

Op 7 oktober 2020 is de voorgenomen Wijziging Wegenverkeerswet 1994 in verband met de modernisering van het erkenningenstelsel, het verbeteren van de handhaafbaarheid en enkele andere wijzigingen aan ATR aangeboden voor toetsing en advies.

Veel eisen en voorwaarden die nu op wetsniveau worden geregeld, worden naar lagere regelgeving overgeheveld waardoor het stelsel bij wijzigingen in de toekomst sneller aan te passen is. Door de introductie van een basiserkenning en een VOG-verplichting is beter toezicht mogelijk en kan bij ernstige misstanden beter worden ingegrepen. Het college acht nut en noodzaak voldoende onderbouwd.

Voor de nieuwe verplichting van de VOG geldt dat deze minstens driejaarlijks moet worden overgelegd, of eerder in nog nader te bepalen gevallen. Het college constateert dat hiermee niet wordt gekozen voor continue screening. Continue screening is wel van kracht voor onder andere de VOG in de taxibranche en de kinderopvang. ATR merkt op dat door continue screening de werking en effectiviteit van de VOG-verplichting kan toenemen. Als een erkenninghouder een overtreding begaat die bij de aanvraag van de VOG kan leiden tot weigering, kan dit bij continue screening ook daadwerkelijk binnen korte termijn leiden tot het vervallen van de VOG. Continue screening van de VOG heeft ook als voordeel dat aanvraag en beoordeling na drie jaar niet opnieuw hoeven plaats te vinden. Dit beperkt de regeldruk. ATR adviseert daarom om de verplichte VOG onbeperkt geldig te laten zijn en te combineren met continue screening.

Bij de voorbereiding van het voorstel zijn diverse partijen betrokken geweest. Ook heeft er een MKB-toets plaatsgevonden. Het college adviseert de uitkomsten van de MKB-toets op hoofdlijnen in de Memorie van Toelichting bij het definitieve voorstel te verwerken. Tot slot constateert ATR dat de regeldrukberekening niet geheel conform Rijksbrede methodiek is. Zo zijn de kennisnamekosten niet in beeld gebracht. Het college adviseert om de regeldrukberekening o.a. op dit punt aan te passen.