Verkorten wettelijke betaaltermijn tot 30 dagen (Wijziging Boek 6 BW)
Achterstallige betalingen kunnen leiden tot liquiditeitsproblemen. Dit verslechtert de concurrentiepositie van bedrijven. In 2011 zijn in Europees verband daarom maximale betaaltermijnen voor producten en diensten vastgelegd. Hoofdregel is dat zowel bedrijven als overheden binnen 30 dagen betalen. De EU-richtlijn geeft echter ruimte om van deze norm af te wijken. Nederland heeft daar bij de implementatie van de richtlijn gebruik van gemaakt.
Voorliggend voorstel scherpt de bestaande wetgeving aan. Het stelt dat de maximale wettelijke betaaltermijn voor grote ondernemingen bij transacties waar een mkb-ondernemer schuldeiser is, op 30 dagen. Uitzonderingen op de basisnorm voor dit type transactie zijn niet meer mogelijk. De regeldruk die uit dit voorstel volgt, bestaat met name uit het aanpassen van de bedrijfsvoering, het wijzigen van interne werkinstructies en het aanpassen van bestaande contracten.
Het college heeft opmerkingen met betrekking tot de kwaliteit van de onderbouwing van het voorstel. Zo is niet duidelijk hoe de gemiddelde betaaltermijn zich in de loop der tijd heeft ontwikkeld en welke financiƫle gevolgen dit heeft voor het mkb. Verder is niet duidelijk in hoeverre het voorgestelde handhavingsinstrumentarium ook effectief zal zijn in het verkorten van de gemiddelde betaaltermijn van grote bedrijven. De kans bestaat dat mkb-bedrijven in de praktijk weinig tot niet gebruik zullen maken van de mogelijkheid om kortere betaaltermijnen af te dwingen, omdat zij daardoor het risico lopen grote ondernemingen als klant kwijt te raken.
Het college adviseert het voorstel niet in te dienen voordat rekening is gehouden met deze adviespunten.