Besluit kunststofproducten voor eenmalig gebruik
Op 25 juni 2020 is het Besluit kunststofproducten voor eenmalig gebruik aan ATR aangeboden voor toetsing. Nederland dient uiterlijk 3 juli 2021 de Europese richtlijn 2019/904 betreffende vermindering van de effecten van bepaalde kunststof producten op het milieu te implementeren. De richtlijn schrijft verschillende maatregelen voor die o.a. toezien op de introductie van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en maatregelen om de consumptie van on-the-go verpakkingen te verminderen. Het besluit regelt de Nederlandse implementatie van de richtlijn.
De maatregelen beogen o.a. een vermindering van wegwerpplastics in het zwerfafval en een verschuiving van wegwerpproducten naar meer hergebruik. Het moet volgens het voorstel nog blijken of producenten voor producten kiezen die duurzamer zijn dan kunststof. Als veel producenten kiezen voor verpakkingen met samengesteld materiaal, kan dit het inzamelen en hergebruiken bemoeilijken. Daarbij is de verwachting dat een deel van de producten zal worden vervangen door producten die geschikt zijn voor meermalig gebruik. Het college constateert dat dit verschuivingseffect naar zwaarder kunststof of minder duurzame materialen de beoogde effectiviteit van de maatregelen kan aantasten. ATR adviseert daarom om aan te geven of en hoe deze eventuele tegengestelde effecten door o.a. producentenkeuzes voor minder duurzame materialen gemitigeerd worden.
De meeste artikelen in de richtlijn laten geen beleidsruimte en worden een-op-een geïmplementeerd. De richtlijn bevat tevens een aantal bepalingen met beleidsruimte. Zo is er de verplichting voor lidstaten om in 2026 een meetbare kwantitatieve consumptie-vermindering van kunststof drinkbekers en voedselverpakkingen voor eenmalig gebruik te behalen ten opzichte van 2022. Het besluit bevat een grondslag om een verbod op het gratis verstrekken van deze producten in te kunnen voeren. Daarnaast wordt gekeken naar consumptie-vermindering met vrijwillige maatregelen. Het college heeft ten aanzien van minder belastende alternatieven geen opmerkingen.
De gevolgen voor producenten hangen volgens de toelichting deels af van nog te volgen uitvoeringshandelingen vanuit de Europese Commissie. Hierdoor wachten sommige bedrijven af hoe de precieze regels gaan uitpakken voordat ze grote veranderingen gaan implementeren. Het college constateert dat nog niet bekend is wanneer deze documenten beschikbaar zijn. Het college adviseert hier spoedig duidelijkheid over te geven. ATR adviseert daarbij om bij de invoeringstermijnen van de verschillende maatregelen rekening te houden met voldoende voorbereidingstijd voor producenten.
Tot slot constateert het college dat de regeldrukeffecten op sommige punten tekort schiet. Zo zijn de regeldrukgevolgen van rapportageverplichtingen en van de UPV-verplichtingen niet in beeld gebracht. Het advies is dit alsnog te doen, eventueel met een bandbreedte.