Wijziging Regeling schorsing geldigheid tenaamstelling
Op 30 april 2020 is de wijziging van de Regeling schorsing geldigheid tenaamstelling voor toetsing en advies aangeboden aan ATR. Het voorstel wijzigt de regeling zodat schorsing van voertuigen ook mogelijk is voor een periode van twee of drie jaar. De huidige regeling bepaalt dat schorsing plaatsvindt voor een periode van één jaar. Een flexibele schorsingstermijn resulteert in regeldrukvermindering voor voertuigeigenaren. Zij hoeven bij een schorsing van twee of drie jaar geen verlenging aan te vragen na een jaar, maar kunnen deze termijn bij de start van de schorsing aangeven.
Op dit moment lijkt schorsing van een voertuig voor twee of drie jaar ook al mogelijk in de praktijk. Het wijzigingsvoorstel lijkt daarmee tot doel te hebben de regelgeving aan de praktijk aan te passen. Dit staat echter niet duidelijk in het voorstel. ATR adviseert daarom de toelichting op dit punt te verduidelijken.
Daarnaast ziet het college kansen voor extra regeldrukvermindering, bijvoorbeeld door ook een langere schorsingstermijn mogelijk te maken. Als voertuigeigenaren bij hun schorsingsaanvraag de einddatum van de schorsing kunnen aangeven, hoeven ze nog maar één in plaats van twee keer een administratieve procedure te doorlopen. Een andere optie is schorsing zonder vooraf bepaalde termijn. De schorsing vindt dan plaats voor onbepaalde termijn, totdat de eigenaar aangeeft de schorsing te willen opheffen. De jaarlijkse verlenging van de schorsing is daardoor niet meer nodig.
Het voorstel besteedt geen aandacht aan deze minder belastende alternatieven. ATR adviseert voor één van de alternatieven te kiezen of in de toelichting inhoudelijk te motiveren waarom niet voor zo’n alternatief wordt gekozen.
Over het voorstel vindt geen internetconsultatie plaats, ondanks de gevolgen voor de uitvoeringspraktijk. Dit past niet in het uitgagspunt van het kabinet dat in beginsel alle voorgenomen wetgeving in consultatie wordt gebracht. De toelichting onderbouwt niet waarom is afgezien van consultatie. Het college adviseert alsnog een internetconsultatie uit te voeren of inhoudelijk te motiveren waarom van consultatie wordt afgezien.
Tot slot constateert ATR dat bij het voorstel geen regeldrukparagraaf is opgenomen. Het college adviseert een kwantitatieve uitwerking van de regeldrukvermindering alsnog op te nemen in de toelichting. Dit kan bijdragen aan onderbouwde besluitvorming over het voorstel.
ATR adviseert de regeling niet vast te stellen, tenzij met de adviespunten rekening is gehouden.