Wetsvoorstel bestuurlijke harmonisatie beroepsonderwijs
Het wetsvoorstel beoogt de belemmeringen weg te nemen voor de samenwerking tussen onderwijsbesturen van vo-scholen en mbo-instellingen en tussen mbo-instellingen onderling. De aanleiding voor het wetsvoorstel is de voorspelde daling van het aantal leerlingen en studenten. De demografische krimp kan er toe leiden dat in sommige regio’s geen toegankelijk, doelmatig en kwalitatief goed onderwijsaanbod in stand gehouden kan worden.
De focus van het wetsvoorstel ligt op een herziening van bepalingen over de bestuurlijke organisatie. Om de knelpunten en inconsistenties in wetgeving op te lossen bevat het voorstel drie maatregelen: 1. de introductie van beroepscolleges, 2. het mogelijk maken van de vorming van nieuwe ‘verticale scholengemeenschappen’ en 3. het aantrekkelijker maken van de ‘bestuursoverdracht’ in het mbo (bestuurlijke fusie met behoud van eigenheid voor de scholen). Met het wetsvoorstel wordt tegelijkertijd het ‘groen onderwijs’ geharmoniseerd met het reguliere onderwijs. Daarbij geeft het wetsvoorstel invulling aan aanbevelingen over de inrichting van het bevoegd gezag voor bijzondere instellingen (mbo).
ATR constateert dat nut en noodzaak van de voorgenomen maatregelen voldoende zijn onderbouwd. Maar adviseert daarbij aan te geven welke, mogelijk minder belastende, initiatieven en alternatieven zijn gewogen voor de maatregelen in het wetsvoorstel. Om een verticale scholengemeenschap te vormen moet het bevoegd gezag een aanvraag doen bij DUO. Bij de aanvraag van een fusietoets is een fusie-effectrapportage vereist. In het geval er een fusietoets én een aanvraagprocedure nodig zijn voor de vorming van een verticale scholengemeenschap adviseert ATR deze procedures te combineren.
Het wetsvoorstel wordt gezien als een “aanvulling” op het wetsvoorstel Sterk beroepsonderwijs dat de mogelijkheid biedt aan vo-scholen en mbo-scholen om gezamenlijk een doorlopende leerroute aan te bieden. Met het oog op de ambitie om de samenwerking tussen de onderwijssoorten te verbeteren en te bevorderen, adviseert ATR om bij de implementatie en evaluatie van het wetsvoorstel te kijken naar de effecten voor de samenwerking tussen de onderwijssoorten. Het wetsvoorstel beoogt bij te dragen aan het in stand houden van een divers en toegankelijk aanbod van kwalitatief goed beroepsonderwijs in de regio. ATR adviseert in de toelichting bij het wetsvoorstel een evaluatiebepaling op te nemen om aan te geven hoe de beoogde effecten van het wetsvoorstel geëvalueerd worden. De gevolgen voor regeldruk zijn nog niet volledig in beeld gebracht. ATR adviseert dat alsnog te doen.