Wet kwaliteit incassodienstverlening

Op 10 februari 2020 is aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) voor advies aangeboden het wetsvoorstel kwaliteit incassodienstverlening. Volgens dit voorstel komt er voor het verrichten en aanbieden van buitengerechtelijke incassowerkzaamheden een registratieplicht in een incassoregister. Een bedrijf moet dan onder andere aantonen dat het, net als eventuele bestuurders, voldoende betrouwbaar is. Gerechtsdeurwaarders en advocaten zijn, als zij buitengerechtelijke incassowerkzaamheden gaan aanbieden of uitvoeren, uitgezonderd van de registratieplicht. Er komen verder eisen waaraan incassodienstverleners moeten voldoen. Op de naleving ervan wordt toezicht gehouden. Overigens moeten ook gerechtsdeurwaarders en advocaten zich bij het verrichten of aanbieden van buitengerechtelijke incassowerkzaamheden houden aan dezelfde kwaliteitseisen.
Daarnaast bevat het voorstel een bepaling die is bedoeld om een ongewenste stapeling van buitengerechtelijke incassokosten bij termijnbetalingen tegen te gaan.

De maatregelen uit dit voorstel moeten de kwaliteit van de buitengerechtelijke incassodienstverlening verhogen. Daarnaast wil dit voorstel voorkomen dat mensen met schulden verder in de problemen raken als zij te maken krijgen met incassovorderingen. Volgens de toelichting blijkt uit onderzoek dat er signalen over misstanden zijn. Ook neemt het aantal klachten bij de Autoriteit Consument en Markt toe. Zelfregulering blijkt onvoldoende te werken. ATR constateert dat de uitwerking van de doelstelling, het verhogen van de kwaliteit van de incassodienstverlening, zich nu met name vertaalt in het instrument van een incassoregister. Om de kwaliteitsverhoging te bereiken verdient het volgens ATR de voorkeur om de inhoud van de kwaliteitseisen meer centraal te stellen.

Er komt een openbaar en voor ieder kosteloos raadpleegbaar register via een website. Het doel hiervan is een transparante markt voor alle betrokkenen. Vanuit dat doel worden in het register diverse gegevens van het aanvragende bedrijf vermeld. Om de incassowerkzaamheden te mogen uitvoeren, moet een bedrijf eerst een aanvraag tot inschrijving in het register indienen bij de dienst Justis. Die gaat de antecedenten van het bedrijf en van de bestuurder(s) na. Bij de aanvraag moet de aanvrager ook aantonen hoe hij zal voldoen aan de gestelde eisen. Pas na het besluit over de aanvraag worden de gegevens in het register opgenomen.
De toelichting vermeldt dat nog niet bekend is hoe het toezicht op naleving van de kwaliteitseisen is ingericht. ATR heeft geen opmerkingen over minder belastende alternatieven. Wel constateert ATR dat, zolang de invulling van het toezicht niet duidelijk is, er ook geen duidelijkheid is over de vraag of het voorstel werkbaar is. Niet duidelijk is immers wat de regeldrukgevolgen zijn voor bedrijven om aan de toezichteisen te voldoen. Hierover heeft ATR dan ook twee adviespunten opgenomen. Verder adviseert ATR om de regeldrukparagraaf op enkele punten nog aan te vullen. Het voorstel krijgt van ATR een dictum 2.