Wijziging Besluit i.v.m. de aanpassing van de methodiek voor het bepalen van energieprestatie gebouwen en inijking van energielabels.
Op 16 oktober 2019 heeft het Ministerie van Binnenlandse zaken het Wijzigingsbesluit i.v.m. de aanpassing van de methodiek voor het bepalen van de energieprestatie van gebouwen en de inijking van energielabels aan ATR voorgelegd voor advies. Aanleiding vormt de inwerkingtreding van de nieuwe rekenmethode NTA 8800 voor het bepalen van de energieprestatie van gebouwen. De huidige indeling van de energielabels moet hierop worden ingeijkt. De voorliggende wijziging past vier besluiten die door de nieuwe bepalingsmethode NTA8800 en de inijking van energielabels moeten worden aangepast.
ATR constateert dat in het voorstel nut en noodzaak worden onderbouwd. Het inijken van het energielabel hangt samen met dit voorstel maar de energielabelsystematiek wordt pas formeel aangepast door een latere wijziging van de Regeling energieprestatie gebouwen. Verder wordt het systeem van het VEL ook nog aangepast en vormt ook geen onderdeel van onderhavige wijziging. Het college constateert dat dit voorstel en het ATR-advies slechts een (zeer) beperkt deel van het totale pakket aan maatregelen omtrent wijzigingen door NTA8800 en energielabels betreft. Het college merkt op dat het voor een onderbouwde besluitvorming over de herziening van de energielabelsystematiek noodzakelijk is om de gevolgen van het totale pakket aan de maatregelen in hun geheel en in hun onderlinge samenhang te bezien.
Het college constateert dat verschillende alternatieven voor de inijking van energielabels zijn overwogen en dat er voor het minst belastende alternatief (“gelijk houden”) is gekozen. Hoewel niet gerelateerd aan regeldruk, merkt het college vanuit optiek van mate van doelbereik en kosten-baten op dat de gekozen optie wel twijfelachtig is. Deze optie draagt namelijk in vergelijking met het alternatief ‘toekomstbestendig’ minder bij tot het bereiken van het doel van de nieuwe bepalingsmethode en aanpalende wijzigingen: een zo nauwkeurig mogelijke benadering van de werkelijkheid omtrent de energetische kwaliteiten van een gebouw.
In het kader van werkbaarheid wijst het college op de voorgenomen situatie waarin 10 jaar lang twee systemen van energielabels naast elkaar blijven bestaan. Het college adviseert specifiek in te gaan op de vraag wanneer eigenaren van kantoorpanden de benodigde investeringen moeten hebben gedaan in geval het energielabel van hun gebouw door de nieuwe bepalingsmethodiek is verschoven van C (of hoger) naar D (of lager) en om daarbij voor deze gevallen een overgangstermijn vast te stellen. Het college adviseert tevens om een MKB-toets uit te voeren. Tot slot constateert het college dat de regeldrukeffecten-analyse op een aantal punten nog onvolledig is en deze aan te vullen conform de Rijksbrede methodiek.