Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met ongeldig maken van getuigschriften van vakbekwaamheid ter uitvoering van Richtlijn 2003/59/EG betreffende de vakbekwaamheid en de opleiding en nascholing van bestuurders van bepaalde voor goederen- en personenvervoer over de weg bestemde voertuigen (PbEU 2003, L 226)
Het wetsontwerp dat rijbewijzen ongeldig maakt waarop een code ‘95’ is vermeld, maar waarvoor eerder een vrijstelling gold, wordt voorgesteld op dringend verzoek van de Europese Commissie. Eerder was Nederland van plan om de certificaten (code ‘95’) te laten vervallen bij het einde van de geldigheid van het rijbewijs. De vrijstelling voor oudere chauffeurs van de verplichting om de basiskwalificatie te behalen en nascholing te volgen is per 2015 al vervallen. Nu worden de rijbewijzen waarop nog van een certificaat staat vermeld maar waarvoor eerder een vrijstelling gold, alsnog ongeldig. Voor een deel van de beroepschauffeurs betekent dit dat zij aan nascholingsverplichtingen moeten voldoen. Ook chauffeurs die afzien van het certificaat zullen hun rijbewijs moeten inleveren en een nieuwe aanvragen.
ATR constateert dat nut en noodzaak van het besluit duidelijk zijn toegelicht. Ook constateert ATR dat alternatieven zijn onderzocht en dat rekening is gehouden met de werkbaarheid. De gevolgen voor de regeldruk zijn voor een deel in beeld gebracht.
ATR geeft in overweging om voor beroepschauffeurs een hardheidsclausule op te nemen, volgens welke de verantwoordelijke bewindspersoon in voorkomende schrijnende gevallen kan beslissen af te wijken van deze regeling.
ATR adviseert om de gevolgen voor de regeldruk te verbeteren op grond van gegevens uit het onderzoek dat het Ministerie heeft laten doen naar de aantallen chauffeurs die hier de gevolgen van zullen ondervinden en hun bereidheid om aan de scholingsverplichtingen te voldoen.