Wetsvoorstel Vrachtwagenheffing

Op 26 juni 2019 is aan ATR voor advies aangeboden het Wetsvoorstel Vrachtwagenheffing. Het wetsvoorstel introduceert een vrachtwagenheffing voor vrachtwagens met een toegestane maximum massa van meer dan 3.500 kg. Deze voertuigeigenaren betalen naar gereden kilometer en de netto-inkomsten terugvloeien naar de vervoerssector voor innovatie en verduurzaming.

De toelichting bij het voorstel geeft aan dat een vrachtwagenheffing twee doelen dient, namelijk betalen naar gebruik en het innoveren en verduurzamen van de Nederlandse vrachtwagensector.  “Betalen naar gebruik” is volgens het college eerder middel dan doel. Met deze vermenging van doel en middel in het wetsvoorstel is het niet goed mogelijk om nut en noodzaak van de vrachtwagenheffing te beoordelen. Het college kan als gevolg hiervan nog geen eindoordeel over nut en noodzaak van de vrachtwagenheffing geven. ATR adviseert daarom om middel duidelijk van doel te scheiden en nader te formuleren welke inhoudelijke doelen aan het voornemen tot het invoeren van de heffing naar gebruik ten grondslag liggen.

Het college erkent dat een verdere verduurzaming en innovatie van de Nederlandse vervoerssector als doel van een vrachtwagenheffing zou kunnen dienen. De toelichting stelt dat de vervoerssector zonder actieve inzet van de overheid niet goed in staat is om voldoende te investeren in verduurzaming en innovatie. Tegen deze achtergrond beargumenteert het wetsvoorstel dat een vrachtwagenheffing nodig is om de vervoerssector in dat opzicht toekomstbestendig te maken, waarbij de “terugsluis” van de netto-opbrengsten van de vrachtwagenheffing gaat zorgen voor meer investeringen in verduurzaming en innovatie. Hoewel deze toelichting de noodzaak van verdere verduurzaming en innovatie van de sector onderbouwt, maakt het volgens het college nog niet duidelijk waarom een collectieve aanpak door middel van een vrachtwagenheffing noodzakelijk is.

Zolang het wetsvoorstel het middel ‘betalen naar gebruik’ als doel blijft beschouwen, is er volgens het college geen goede beoordeling van eventuele alternatieve instrumenten voor de vrachtwagenheffing mogelijk. Het college adviseert na het aanbrengen van een duidelijker onderscheid tussen doel en middel in de doelomschrijving mogelijke alternatieven voor een vrachtwagenheffing te bezien en te wegen. Mocht het instrument vrachtwagenheffing ook na heroverweging als minst belastend worden beschouwd dan is het advies om aan te geven welke alternatieven voor de uitwerking van dit instrument zijn overwogen en te beargumenteren waarom niet voor deze alternatieven is gekozen.

Het advies luidt om het voorstel niet in te dienen.