Regeldrukvermindering Basisregistratie personen (BRP)

Op 16 november 2018 heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) verzocht advies uit te brengen over de mate waarin de Basisregistratie personen (BRP) in de periode van 2014 tot 2018 tot een vermindering van administratieve lasten voor burgers heeft geleid. Aanleiding voor het adviesverzoek is de beleidsdoorlichting van begrotingsartikel 6.5 (BRP en Reisdocumenten). Een van de doelstellingen van de wet BRP (2014) was een vermindering van administratieve lasten voor burgers.

In het advies gaat ATR in op de regeldrukvermindering als gevolg van de BRP en besteedt het college aandacht aan de mogelijkheden voor optimalisatie en betere toepassing van de BRP die de regeldruk voor burgers verder kunnen verminderen.

ATR is tot drie hoofdbevindingen gekomen naar aanleiding van het onderzoek. De eerste bevinding is dat de BRP heeft bijgedragen aan het verbeteren van de overheidsdienstverlening en het verminderen van de regeldruk. Voor tien specifiek onderzochte casussen bedraagt deze vermindering structureel ca. € 36 miljoen. Daarbij merkt ATR op dat het aandeel van deze vermindering die specifiek het gevolg is van het gebruik van de BRP, niet nauwkeurig is vast te stellen. De reden hiervoor is de grote verwevenheid van gegevensstromen en het ontbreken van een administratie van gerealiseerde reducties. De conclusie is dat de BRP noodzakelijk was voor de vermindering van de regeldruk en de verbetering van de dienstverlening, maar dat deze vermindering en verbetering niet tot stand waren gekomen zonder de verbetering van (de inrichting van) andere processen.
De tweede bevinding is dat verbeteringen in de gegevensstromen van burgers ‘ontremmend’ kunnen werken op het vragen van informatie door de overheid aan burgers. Zodoende kan regeldrukvermindering die mede mogelijk wordt gemaakt door het gebruik van de BRP, de drempel verlagen voor het vragen van informatie. Dit wordt onder andere zichtbaar bij het proces van (verplichte) VOG-aanvragen.
De derde bevinding is dat er nog groot onbenut potentieel bestaat voor verdere regeldrukreducties en optimalisatie van overheidsdienstverlening aan burgers, door beter gebruik te maken van de mogelijkheden van BRP.

ATR besteedt in het advies aandacht aan verbetermogelijkheden rondom vijf thema’s. Hierbij gaat het allereerst om het beter benutten van het potentieel van de BRP. Door het niet onnodig uitvragen van uittreksels BRP aan burgers kan de regeldruk direct verminderen. Ook kunnen afnemers beter gebruik maken van gegevens die al in de BRP staan geregistreerd. Bijvoorbeeld gegevens over familierelaties of over woonadres-geschiedenis. Het tweede thema betreft nieuwe reductiemogelijkheden door een beperkte uitbreiding van de (functionaliteit van de) BRP. Bijvoorbeeld door e-mailadres en telefoonnummer toe te voegen. Het derde thema richt zich op verbeteringen die negatieve bijeffecten van de BRP wegnemen. Bijvoorbeeld om burgers de mogelijkheid te bieden foutieve gegevens in de BRP gemakkelijker te kunnen corrigeren. Als vierde thema vraagt ATR aandacht voor data-zuinigheid. Ook daarmee kan (ervaren) regeldruk worden voorkomen.
Tot slot adviseert het college bij nieuwe en wijzigende wet- en regelgeving met een BRP-component een betere analyse uit te voeren van de gevolgen voor de regeldruk. Door een analyse van de handelingen die van burgers gevraagd worden bij hun interacties met de overheid, kan onnodige regeldruk worden voorkomen. Ook bieden deze analyses inzicht in de bijdrage van de BRP aan de optimalisatie van overheidsdienstverlening en het verminderen van de regeldruk voor burgers.